De A O K


   
   

h p i - THERAPIE

   
   

Het huis

   
     

De huur is betaald deze maand. Het dak boven mijn hoofd is verzekerd, dat is voor mij belangrijker dan Internetaansluiting.

Voor jou is internetaansluiting het belangrijkste en dus geef jij je laatste geld uit aan de internetaansluiting. En dat is in mijn voordeel, want je hebt WLAN en je hebt mij de sleutel gegeven, zodat ik bij jou in het internet kan en mijn webpagina kan hoogladen en mijn mails lezen en beantwoorden kan.

Bovendien bezoek ik jou dan en daardoor hebben we allebei menselijk contact. Als ik de hele dag thuis zit te schrijven, ontbreekt me dat. Als ik bij jou ben en we allebei ons computerwerk doen of jij je administratie en ik mijn computerwerk, voel ik me nog happier dan wanneer ik in mijn uppie de hele dag heb zitten schrijven.

Door jouw opmerkingen word ik gestimuleerd om een andere blikwinkel te gebruiken. Ik stuur je dan, gebruik makend van jouw WLAN, mails, die te maken hebben met wat we al besproken hebben en waarover we niet tot overeenstemming zijn gekomen.

Ik denk nog te langzaam. Nee, ik denk niet te langzaam, ik kan dat wat ik voel wat waar is, niet meteen in woorden vatten. Ik heb nog tijd nodig om de juiste woorden te vinden, die dat uitdrukken, wat ik voel.

Jij bent daar anders. Voor jou geldt niet dat je voelt wat waar is, maar jij weet dat door je gedachten, die onmiddellijk verbonden zijn met het alweten. Dat is een verschil in ervaring en hoe de ervaring verwerkt kan worden.

Er is nog een derde manier om te weten, wat waar is en dat is de physieke ervaring. Er zijn mensen, die in hun lichaam voelen, waar de ander problemen heeft. Wanneer deze mensen zich niet realiseren, dat zij voelen hoe het met de ander gaat, maar denken, dat dat wat zij voelen eigen problemen laat zien, lopen ze naar de dokter, die niets kan vinden.

Deze mensen worden als hypochonder naar huis gestuurd. Misschien worden ze naar de psycho-somatische kliniek gestuurd waar het bovenbeschreven voelen niet bekend is en geprobeerd wordt de mens zijn gevoeligheid te ontnemen, zodat hij niet meer zijn physieke lichaam kan vertrouwen.

Hij voelt dan niets meer en dit niets is erger dan pijn te hebben, omdat men de pijnen van anderen voelt. Wanneer men weet, dat de pijn, die men voelt de pijn van een ander is, kan men door deze pijn te voelen, de persoon in kwestie in het hart te nemen en vervolgens door te bewegen, het probleem van de ander verkleinen.

Dit klinkt ongeloofwaardig, totdat we ons realiseren, dat we allemaal met elkaar verbonden zijn, wat te bewijzen is en bewezen is door een onderzoek, waarin is vastgesteld, dat er maximaal 2 handen tussen de Koningin en de nederlandse burger zitten.

De Koningin is dus de verbinding tussen alle nederlandse burgers en de verbinding met alle andere mensen. De nederlandse Koningin doet wat zij kan om ervoor te zorgen, dat een ieder een menswaardig bestaan heeft.

Haar macht is echter door de nederlandse burger, die zelf geen verantwoording wil dragen, steeds minder geworden. De nederlandse burger staat daarin niet alleen. Ik ervaar dagelijks hoe mensen de verantwoording afschuiven.

Ik was niet anders. Ik ben ook een nederlandse burger en profiteer daarvan. Ik kan niet uitgewezen worden, want ik woon in Duitsland. Ik heb het hier echter wel gezien. De behandeling van patienten in coma heeft mij de ogen geopend.

Michail Chodorkowski is in zijn eigen land in de gevangenis gezet omdat hij niet gevlucht is voor de gevolgen van zijn liefdevolle werk. Hij is door het werk als Gasprom rijk geworden om vervolgens in aanraking te komen met mensen, die geen geld hadden en ook hun liefde niet konden laten stromen.

Hij heeft op zijn wijze zijn liefdesbron geopend en die laten stromen en dat is te lezen in het boek, dat in het duits: “Briefe aus dem Gefängnis” heet. Het is een boek, waarvoor je niet kleinzerig zijn moet, heb ik begrepen van de bibliothekaresse, die haar werk met hart en ziel doet.

Elk boek, dat bij haar in de biep staat, kent ze. Ze kan je vertellen, wat erin staat en welke kwaliteit zij vindt, dat het boek heeft. Mij wilde ze van de inhoud van de brieven uit de gevangenis niets vertellen. Haar keel ging toe, zo erg vond ze wat daarin beschreven wordt.

Het gaat niet om de man op zich, het gaat om de liefde, die door mensen, die bang zijn hun rijkdom en privileges te verliezen, niet meer stromen mag. Zij misbruiken hun macht door de uitvoerders van de macht angst in te boezemen en als deze angst niet meer opgenomen wordt, dan worden ook deze uitvoerders liefdevolle machtsuitvoerders en zal het RECHT zegevieren.

Michail Chodorkowski is vader en zijn kinderen moet nu zonder de bescherming en liefdevolle toewijding van hun vader groot worden. Deze kinderen zullen het RECHT dienen. Zij ervaren de invloed van onrecht, en hoe de overtuiging van hun vader hem belangrijker is dan vluchten.

Ik ben mijn hele leven op de vlucht geweest. Ik was bang. Ik was bang, dat ik door de liefde, die ik in mij voelde, anderen zou vermoorden, zo groot is die liefde. En nu ik patienten in coma ontmoet heb en autisten en mensen die depressief zijn, weet ik dat mijn liefde nooit een ander kan vermoorden.

Zij kan nooit teveel zijn, alleen maar te weinig. Ik kan te lief zijn. Dan zeg ik niet, waarop het staat. Dan ben ik niet boos en geef de ander van katoen, maar dan houd ik mijn mond omdat ik bang ben de ander pijn te doen.

Ik heb ontdekt, dat ik soms de ander gigantisch op zijn flikker moet geven en dat doe ik nu ook. En het kan me niet niks schelen, wat de ander ervan denkt of hoe hij reageert. Ik wil dat een ieder zijn liefde kan laten stromen in het vertrouwen, dat deze liefde de ander voedt, ook als het lijkt, dat de ander volledig van slag is daarna.

Hij moet soms van slag gebracht worden om uit zijn schema te komen. Het schema, dat hij zelf heeft opgesteld om zichzelf in toom te houden. Om te voorkomen, dat hij kwaad wordt en een ieder zijn waarheid verteld, zodat een dialoog mogelijk wordt.

De mond houden, de oren sluiten en doen alsof je niets ziet, is wat het kind, dat door een volwassene, of door een niet volwassene, misbruikt wordt, het leven onmogelijk maakt. Dit kind heeft geen andere vluchtmogelijkheid dan uit het lichaam te treden en van daaruit alles mee te maken.

En dat is ook, wat met de patient in coma het geval is. De patient in coma heeft geen andere andere mogelijkheid dan uit het lichaam treden als de pijn te groot wordt. De pijn wordt te groot als hij mentaal teveel moet veranderen.

En nu sta ik op, want ik voel, dat mijn kop begint te knallen. Als ik blijf zitten, wordt de pijn in mijn kop ondraaglijk. Ik moet me bewegen om deze pijn draaglijk te houden. EN DAT KAN DE PATIENT IN COMA NIET.

Het lijkt erop alsof geen pleeg en geen therapeut zich voor kan stellen, hoe het is om in coma te zijn. Omdat ze allemaal zelf in coma zijn.

Maar ze zijn in een ander coma. De patient in coma is alleen maar in een fysiek coma! Dat betekent, dat hij zich niet bewegen kan. Hij voelt echter alles 12x zo sterk als de bewegende mens en hij kan alleen maar mentaal zich bewegen.

Mentaal bewegen, dat bekent, je bent aan het denken. Zoals ik doe. De ene gedachte heeft de volgende tot gevolg. Robert Betz beweert, dat als je wat doet en daarbij aan wat anders denkt, je niet goed bezig bent, want je moet dat wat je doet met alle aandacht doen.

Dat is een heel goed uitgangspunt, maar niet in de behandeling van de patient in coma. Door de patient te bewegen, tegelijkertijd muziek aan te hebben, en deze muziek te verbinden met de beweging of omgekeerd, dat is beter, en daarbij te vertellen, welke beweging gemaakt wordt, geef je de patient in coma de gelegenheid om zijn gedachten, gevoelens en bewegingen onder een hoed te brengen, wat nodig is om te kunnen bewegen.

De mens moet, als hij een nieuwe beweging wil kunnen, deze beweging vaak doen. Afhankelijk van de toestand van de samenwerking van het hele systeem, kan de mens de beweging snel of moet hij de beweging heeeeel vaaaak doen voordat hij geautomatiseerd is, zoals dat zo mooi genoemd wordt.

De bewegingen, die de patient vroeger geautomatiseerd heeft, zijn nog steeds aanwezig. Het is zoals mijn typen. Ik ben een meisje en moest dus leren typen. Dansen heb ik helaas, omdat ik een meisje ben, niet geleerd. Ik dacht, dat de man moest leiden en ben later tot de ontdekking gekomen, dat ik de man ben, maar dat is een ander verhaal.

Nu gaat het om geautomatiseerde verbindingen. Ik heb dus leren typen en, aangezien ik datgene wat ik doe, goed wil doen, dat is mijn uitgangspunt, anders heb ik geen competitieelement en zonder competitieelement verveel ik me, heb ik tijdens de typles mijn best gedaan met as as as as as as as as en en en en en en was was was was was was was die die die die die die die wel wel wel wel wel wel wel wel goed goed goed goed goed goed goed goed goed goed genoeg enz. en kan dus met 10 vingers typen.

En op de compu gaat dat heel geod. Want daarop zijn de letters niet zo ver van elkaar verwijderd. Ik leg mijn pinkmuis op het computje en mijn vingers dansen over het toetsenbord. Op de PHP cursus was een groot toetsenbord en heb ik vol bewondering zitten kijken naar de andere cursusdeelnemers, die met 2 of 3 vingers de html tekst in razend tempo schreven.

Ik heb moeten zoeken naar elke { [ \ en zelfs de ‘ “ en = zijn voor mij zoektoetsen. De letters, die weet ik automatisch te vinden. Ik kan blind typen, als ik al mijn aandacht erbij heb. Ik heb net namelijk eerst blink en tapen getypt 

Dit programma kent de smily! Dat maakt mij smile, mijn innere kind vindt dat leuk. Ik speel graag. Voor mij is het spel nu goed bezig. Ik geniet het. Soms heb ik er tabak van om, zoals ik het noem, te schelden over alles, wat niet in de haak is en waardoor de patienten in coma niet zo behandeld worden, dat ze weer bewegen kunnen.

De bewegingen, die geautomatiseerd in het systeem aanwezig zijn, zijn daar nog steeds. Ze moeten echter persoonlijk aangesproken worden. Zoals de chef van het huis. Hij reageert niet op mails, die hem via het huis, waartoe zijn huis hoort, toegestuurd worden.

Ik stuur ze naar het andere huis in de hoop, dat ze daar gelezen worden en dat er dan eens nagedacht en nagevraagd wordt, waar die verhaaltjes vandaan komen en waarom ze gestuurd worden om naar hem door te sturen.

De amtelijke molen gaat langzaam, de kerkelijke is blijkbaar niet anders. Het huis, waar de patient in coma ligt, waar ik weggestuurd ben, omdat ik de chef van het huis erop gewezen heb, dat zijn medewerker niet lagern kan (ik weet het nederlandse woord niet = neerleggen in bed), is een kerkelijk huis.

Een stichting en mag dus geen winst maken. Voor de patient in coma krijgen ze meer betaald dan voor de overige bewoners en ze doen minder voor de patient. Is dit roddelen? Dit is de waarheid en ik wil, dat deze waarheid aan het licht komt. Ik wil, dat deze patient, maar niet alleen deze, het gaat uiteindelijk om elke patient, niet alleen om patienten in coma, autisten of mensen, die depressief zijn, maar om werkelijk elke patient, de behandeling krijgt, die hij nodig heeft.

En deze patient, die in dit huis woont, waar ik weggestuurd ben, omdat ik het gewaagd heb om de chef te zeggen, dat de verpleger de patient beroerd neerlegt, waardoor de patient pijn heeft, (dat ziet de leek!), heeft hpi-therapie nodig. Ik wilde hem die als bezoeker geven, omdat ik als therapeut al weggestuurd was.

Indirekt had de chef van het huis de collega, die verantwoordelijk is voor hoe de patient fysiotherapeutisch behandeld wordt, bang gemaakt, dat ze geen patienten meer in het huis zou krijgen. En dus moest ik weg.

Zoals de dokter zegt, als je een knobbeltje hebt. De chef van het huis denkt: weg is weg! Dan ben ik weer veilig. Maar nee, hij rekent niet met mijn vastberadenheid en de liefde, die de patient en mij bindt!

En wij samen hebben een enorm laaaaaaaange adem en deze adem is nu heel oppervlakkig, want hij is mentaal. Als ik zo aan het schrijven ben, adem ik oppervlakkig. Dat doe ik al bijna mijn hele leven. Want ik leef mentaal. Mijn liefde is een mentale liefde. Die is niet persoonlijk.

Het is de liefde, die zegt, wat de chef van het huis voor blunders begaat. Hij maakt bokkesprongen omdat hij bang is, dat iets aan het daglicht komt, wat het daglicht niet kan verdragen. En ik, ik houd enorm van de donkerte. En daarmee heeft hij niet gerekend. Ik kan namelijk zien in de donkerte.

Ik hoef mijn ogen niet te gebruiken. Ik weet dat sinds de haptonomie cursus. Een bewijs, dat ik die hele opleiding gevolgd heb, heb ik niet. Ik heb namelijk geen wetenschappelijk angehaucht paper kunnen leveren, omdat ik geen, jawel dat was toen al zo, geen patienten had.

Ik heb toen mijn ervaringen op de mijn eigen wijze als paper ingeleverd en dat was niet genoeg. Maar geen nood, de ervaringen, die ik had, had ik en die heb ik meegenomen in mijn leven. Ik heb op die opleiding ervaren, dat ik pas 2 weken na het misbruik me het misbruik bewust werd.

Anderen, die gezien hebben, dat het misbruik plaatvond, hebben het misbruik tijdens het misbruik bewust waargenomen. Dat weet ik, omdat ik, nadat ik mij bewust geworden was, wat er gebeurd was, daar met een medecursiste over gesproken heb. Met haar heb ik geen fysiek contact meer. Maar wie weet, deze webpagina heeft oneindige mogelijkheden.

Een van de laatste oefeningen was, geblinddoekt van de plaats waar je staat gaan lopen, iemand ontmoeten, samen gaan zitten en het goed hebben. We stonden verdeeld iin twee rijen, elk aan een kant van de zolder, waar de cursussen plaatvonden.

Ik had gezien, dat mijn geliefde aan de andere kant van de ruimte stond en zodra de opdracht uitgesproken was en de toestemming tot bewegen gegeven was, ben ik lijnrecht op haar toegelopen. We zijn gaan zitten en hebben de liefde laten stromen. Ik wist: dat kan alleen zij zijn en heb de liefde nog een extra stoot gegeven, een schepje erbovenop gedaan en het genoooooten.

Het afscheid, dat komen zou heb ik tegelijkertijd berouwd en ik wist ook, dat zij niet wist, dat ik het was. Zij had geen idee met wie zij haar liefde zo kon laten stromen. Zij kon zich niet voorstellen ,dat ik het was. Het was de vrouw in mij, die daar vrij spel had.

Deze vrouw is nu eindelijk met de man in mij samengevoegd. De man in mij was er altijd en daarom was ik niet zichtbaar. Mijn lichaam is de vrouw, mijn wezen is de man en samen ben ik EEN. Mijn lichaam kan bewegen. Ik kan opstaan als de mentale beweging niet meer genoeg is.

Ik kan naar buiten gaan en kijken of er post is. De patient in coma, waarvan de chef van het huis me weggestuurd heeft, omdat ik naar het ziekenfonds ga om te vertellen, waarom de patient een elektrische rolstoel met stafunktie nodig heeft in plaats van de mechanische, die hem gegeven is, met als smoes, dat hij geen elektrische zelf bedienen kan (alsof hij dan een mechanische bedienen kan!!!), en omdat ik hem dus verteld heb, dat zijn verpleger niet vakkundig is, kan niet naar buiten zonder hulp.

En deze hulp werd aangeboden. 5 schatten van meiden stonden op de stoep en spraken met de verantwoordelijke, en boden hun diensten aan. Met hond, met gitaar, ze wilden iets goeds doen. Ik zat er niet bij, maar hoorde het wel. En heb de verantwoordelijke aangesproken. Ik zag dat helemaal zitten.

Elke dag een andere jongedame, die met de patient op stap gaat, hem voorleest, vertelt, wat voor scheiß nu weer gebeurd is op school, noem maar op, het leven is vol verrassingen. Ik ben er niet verder achteraan gegaan. Helaas? In ieder geval is er niets gebeurd.

De patient ligt nog steeds in bed. De chef van het huis roept, dat de patient beter verzorgd wordt dan voordien, want hij heeft geen decubitus! Dat dat komt omdat de huid van de patient in overlevingsmodus is en daarom veel meer kan hebben dan de huid van de bewegende mens, dat weet hij niet. Dat de patient ondertussen geen luier meer krijgt, maar een pieszak aangesloten is met interne buis, waarvan bekend is, dat dat infecties bevordert, daarbij staat hij niet stil.

Hij is voor het geld verantwoordelijk en hij zorgt ervoor dat dat rolt. Helaas niet tot het welzijn van de patient in coma. En die kan niet protesteren. Hij kan niet praten en wordt daarom niet gehoord. Ik kan praten, maar wordt ook niet gehoord.

Wanneer mensen niet op de juiste plek zitten, doen ze hun werk niet goed. Ik probeer al een meer dan een half jaar weer toestemming te krijgen om de patient te bezoeken. De wettelijke verantwoordelijke doet niets. Jawel, hij doet wel wat. Hij neemt geen contact op en is onbereikbaar.

Dus ben ik na een paar maanden naar de rechter gegaan. Per langzame post. En heb een brief geschreven en gevraagd alles te onderzoeken en een andere wettelijke verantwoordelijke aan te stellen en omdat ik een goede ken, heb ik naam en adres gegeven. Het onderzoek, dat de rechterlijke macht heeft ingesteld, heeft als resultaat gehad, dat alles in orde is bevonden.

Ik heb daarop een lijst met vragen gestuurd, die niet beantwoord zijn. Ik ben van de langzamen, nog steeds en geef anderen dus ook de tijd om te reageren. En langzamerhand moet ik hogerop. Nu ik dit alles zo schrijf, wordt me dat duidelijk.

Dus het vervolg wordt een ander verhaal. Er is intussen veel gebeurd. Ik ben bij andere patienten terecht gekomen, waar hetzelfde gebeurd is. En kan niet anders, dan de rode draad zien. Met pijn in het hart moet ik hieruit concluderen, dat ik geen patienten behandelen mag. Even, en dan moet ik weer weg.

Dan heb ik weer het een en ander ervaren, gezien en kan daarop reageren. Emails sturen met info, die ik opschrijf omdat de patient mentaal mij dat laat opschrijven. De verbinding is gelegd en ik hoef niet meer fysiek aanwezig te zijn. Het hart en de ziel doen de rest.

Ik ben uitvoerende kracht voor dingen, die de patient in coma niet kan doen. Praktisch denken de verzekeringen niet. Die kijken niet verder dan hun neus lang is, de chef van het huis ook. Hij ziet niet, terwijl ik hem dat gezegd heb, de mogelijkheden die hij als huis heeft, als hij mij mijn werk laat doen.

Hij kan dansen de man. Ik ken hem van het dansen, maar hij danst niet de dans van zijn leven. Hij is bang, dat de vrouw, die hij is, gezien wordt. De vrouw in het mannenlichaam. Hij is de vrouw, die gul en zorgzaam is en denkt, dat hij de man moet zijn, die zijn medewerkers koste, wat het kost, beschermt tegen invloeden van buitenaf.

Het kind, dat in bed ligt als patient in coma is de dupe van dit beschermende gedrag. De verkeerde persoon wordt beschermd. Zoals bij de moeder, die het bezoek zegt, dat het de dochter niet meer mag aankijken, omdat de dochter dan begint te krijsen en om zich heen gaat slaan. Deze moeder zorgt door dit gedrag, dat het bezoek niet meer op bezoek komt. Het vertelt de moeder, dat ze moet zien uit te vinden, waarom het kind zo op de aandacht van het bezoek reageert.

De moeder is in coma en het kind ook. De moeder beschermt het kind tegen het wakker worden, wat de aandacht, die ze van het bezoek krijgt, omdat ze die duidelijk vraagt door haar overige gedrag, veroorzaakt. Als het kind wakker wordt en uit haar coma geraakt, begint ze te krijsen en om zich heen te slaan, omdat ze waarneemt wat er tussen de ouders voor energie hangt.

De moeder is in coma omdat de vriend in coma is. De moeder is autist en neemt de energie van haar geliefde over, zoals ook ik dat doe. Dat doe ik nog steeds en daarom ben ik nu aan het schrijven met muziek aan.

Vroeger schreef ik in stilte, geen muziek, geen spreken. Alleen schrijven. Nu zet ik muziek op, zodat ook mijn astrale lichaam wat te doen heeft en verbindingen gemaakt worden, die mentaal en astraal met elkaar verbinden en door het typen worden ook verbindingen gelegd met het fysieke lichaam. Bovendien spreek ik zo nu en dan tegelijk uit, wat ik schrijf en daardoor worden dan ook nog andere verbindingen gelegd.

Ik merk, dat ik al sneller met woorden reageren kan op datgene, wat anderen mij zeggen. Door veel te schrijven en daarbij muziek aan te hebben en de tekst uit te spreken, automatiseer ik dit vermogen en verbeter de verbindingen, die er altijd waren, maar volledig verstopt waren.

Dit verstopt heeft beide betekenissen. Ze waren onvindbaar voor mij en daardoor niet te gebruiken en door het niet gebruikt worden, was de informatie, die daarin stroomt, tot stilstand gekomen en daardoor ook niet bruikbaar.

Datzelfde geldt voor de patient in coma. Bij hem gaat het om de beweging als heilende faktor. Bij mij ging het om de emotie, die geheel niet geleefd werd. Sinds ik mezelf tot huilen breng en de tranen laat stromen, ook al is er iemand bij, krijg ik toegang tot mijn beweging en mijn beweging heeft 3 aspekten: observeren, het geobserveerde van alle kanten bekijken en beschrijven, hpi-therapie ontwikkelen door patienten te behandelen en in het ADL toe te passen en als derde het onderrichten.

Dit onderrichten vindt op 3 verschillende manieren plaats. Het schrijven en beschrijven van hoe en wat en waarom of waarom niet, is een van de manieren. Het onderwijzen van hpi-therapie in cursussen en opleidingen de tweede manier en de belangrijkste manier, is het leven, dat ik leef.

Mijn leven is voor anderen het voorbeeld, dat ze volgen willen of niet. Ik had mijn voorbeelden. De rijkdom die iemand leeft en deelt met de ander of niet deelt met de ander is voor mij een maatstaaf. Als de ander zijn rijkdom deelt en dat hoeft niet met mij te zijn, bijvoorbeeld zoals Michail Chodorowski gedaan heeft, en wat maakte dat hij in de gevangenis kwam, is voor mij een teken, dat deze mens zijn hart volgt en daardoor zijn ziel leeft.

Het duitse woord ziel wordt in het nederlands vertaald met doel. Mijn doel is het om zelf zielsgelukkig te zijn. Als ik dat ben, gaat het goed met me, dan voel ik me happy en kan ik me ook inzetten voor het geluk van anderen. Ik ben lang genoeg depressief geweest om dat niet meer te hoeven zijn.

En nu valt me het woord catheter in, dat ik niet kon vinden. Ik heb aan twee verpleegsters gedacht om aan dit woord te komen, en nu komt het pas. Dat is voor mij een teken, dat ze in coma zijn. In coma komt alles te laat. Daarom zet de mens in coma zijn klok voor.

Door de klok voor te zetten, dwingt hij zichzelf om allert te zijn wat de tijd betreft. Hij weet dan, dat hij langer tijd heeft totdat hij dat moet doen, wat hij moet doen. Daardoor neemt hij de druk weg, die hij op zichzelf legt om alles op tijd klaar te hebben.

Ik loop voor in de tijd. Ik bied cursussen aan en heb het hele programma al klaar liggen, terwijl er nog geen mens te vinden is die met hart en ziel deze cursus wil volgen. De mensen, die deze cursussen gaan volgen, zijn nu nog in coma.

Ik moet eerst zorgen, dat ze wakker worden en daarom ben ik nu aan het schrijven, alsof mijn leven ervan afhangt. Het is niet mijn leven, dat ervan afhangt. Het is het leven van de mensen, die in coma zijn en zich daarom laten vergiftigen door alles, wat ze tot zich nemen en het gaat om het leven van de patienten in coma, die vergiftigd worden door alles, wat ingevoerd wordt.

En dat is niet alleen de catheter. Het is ook het water en de sondevoeding of het liefde- of is het plichtgevoelvol toebereide eten, dat per sonde wordt toegediend!

De mens is coma is geen bewegende mens en heeft dus een volledig ander chemisch systeem! Ik ben een bewegende mens en heb toch geen eten en geen drinken nodig! Ik kan zonder. Zolang ik schrijven kan. Schrijven is mentale beweeglijkheid en dat is de toestand, waarin ook de patient in coma is. Ik weet ik draai in het rond, maar dat is ook precies, waarom het gaat.

De aarde is rond, maar niet voor mij. Voor mij is de aarde een plat vlak. Dat toont de wetenschap me steeds weer. Ze halen alles weg, waarvan ze vinden, dat het er niet normaal uitziet. Dat wat niet normaal is, moet pijn veroorzaken, denkt de wetenschap.

De wetenschap bewijst, dat er mensen zijn, die röntgenologisch volledig versleten heupen hebben, zonder pijn en mensen, die röntgenologisch amper gebruikte heupen hebben, die gigantische pijn hebben en dat is nou precies waarom het gaat.

Als je je fysieke lichaam niet gebruikt, waarvoor het bedoeld is, namelijk om te bewegen, past het zich aan aan de toestand waarin het gebruikt wordt. Ik heb mijn gevoel afgeschakeld, omdat ik zo sensibel was. Ik heb mijn mentale beweeglijkheid geoefend door kritisch te zijn.

Mijn moeder zei altijd: onderzoek alles en behoud het goede en dat is mijn drijfveer. Ik wil niemand onderuit halen, ik wil dat een ieder op eigen benen gaat. En om dat mogelijk te maken, moet ik mensen een duw geven, op de kop slaan, krabben, en soms onderuit halen, zodat ze ontdekken, dat het gestel, wat ze gebouwd hebben zo wakkel als wat is.

Het gestel dat we bouwen is het zelfvertrouwen, dat we hebben en het zelfvertrouwen, dat we hebben is een gevolg van de zelfliefde, die we hebben en de zelfliefde, die we hebben, geeft ons toegang tot ons weten.

Een ieder weet wat waar is. Ik ben niet bijzonder en ben dat nooit geweest. En dat is ook een uitgangspunt van mij. Dit uitgangspunt heb ik echter verkeerd uitgevoerd tot nog toe. Ik dacht, dat de anderen allemaal beter waren, dan ik. Dat zij het recht hadden. Dat zij het beter wisten dan ik.

En nu ondekt ik, dat die anderen zichzelf belazeren en mij daarbij. Dus nu moet ik nieuw gaan ontdekken, wat mijn weten, mijn binneste, zuivere en eerlijke wijsheid mij vertelt. En dat is mijn opleiding tot leraar en deze opleiding is het ADL en dit ADL is voor niemand afgesloten.

Je neemt ervan wat je wilt en je doet ermee, wat je ermee doet. Of je jezelf toestaat jezelf uit te tricksen en daardoor doen kunt, wat je hart je ingeeft of dat je je ogen dicht doet, de oren dicht doet en je mond houdt, dat bepaal je uiteindelijk zelf.

Ik heb het afgelopen jaar me ingehouden. Ik heb op deuren geklopt, brieven geschreven naar degenen, die verantwoordelijk zijn en geen antwoord of een ontoereikend antwoord gekregen. En nu is de tijd gekomen om gewoon heel duidelijk te gaan vertellen, wat er aan de hand is en hoe dit veranderd worden moet.

Het geld wordt gebruikt als smoes om niet datgene te doen, wat nodig is om de wereld in beweging te houden. Als de aarde werkelijk rond is, moet ze bewegen en voor die beweging moet de mens zorgen en als de mens niets verandert, kan de aarde niet meer bewegen en dan is het niet GOD die het laatste oordeel uitspreekt.

De mens is zelf verantwoordelijk voor de beweging van de aarde. De liefde bepaalt hoe de aarde zich beweegt. Een ieder zegt, dat hij vrede wil en amper iemand gelooft, dat dat mogelijk is. En ik ben ervan overtuigd, dat het mogelijk is, dat een ieder zielsgelukkig kan zijn. Makkelijk is het niet. Samenwerking is nodig en samenwerking betekent ook: elkaar de tijd geven. Niet alleen energetisch, maar ook fysisch.

Als ik bij de patient in coma niet de tijd neem om de bewegingen, die hij fysiek nodig heeft om zich te kunnen herinneren, te maken, dan kan ik hem niet helen. Ik kan hem energetisch helpen zijn toestand zo goed mogelijk te behouden, maar het helen heeft fysiek contact nodig.

Ik moet fysiek met jou kunnen praten om jou te vertellen, wat ik denk, zodat jij mij kunt vertellen, wat jij denkt. En dat moet fysiek, zodat ik tegelijkertijd meekrijg, wat jij voelt en hoe jij beweegt. En dat moet ik meekrijgen, anders heb ik geen mogelijkheid om onze beweging tot stand te brengen.

En onze beweging is de beweging die ONE PLANET FIRST nodig heeft om one planet te kunnen zijn. Internet is een goed begin, maar wordt ook verschrikkelijk misbruikt. De een na de ander ontdekt hoe hij met internet de ander kan belazeren.

Het begon met mensen, die orginele verpakkingen te koop aanboden voor de prijs wat de originele inhoud waard was. De verpakking van hpi-therapie is heel simpel. DAT BEN IK. Ik kan er niets aan doen, ik ben zoals ik ben en precies dat heeft ervoor gezorgd, dat hpi-therapie ontstaan is.

In Duitsland. Niet het land, waar ik naar toe wilde. Ik had de schurft aan d e Duitsers. Niet aan mijn familie. Die zijn Duitsers, maar niet d e Duitsers. D e Duitsers zijn de mensen, die mij verjagen van mijn stoel, omdat ze een reservering hebben voor die plek. Ze hebben voor die plek in de trein betaald en daarom hebben zij het RECHT om op deze plek te zitten. En moet ik oprotten. En, aangezien ik respekt voor geld heb, en nog volledig in coma, doe ik dat.

Dat is 39 jaar geleden. Maar d e Duitser ben ik hier ook weer tegen gekomen. Ik ben van de stoel verjaagd worden, waarop ik mij gezet had. Het kerkkoor leverde me deze ervaring. En toen ik uit teleurstelling de alten verlaten wilde en bij de sopranen op een vrije stoel ging zittten, werd ik daar niet liefdevol ontvangen, maar ook weer verjaagd.

Deze stoel was voor een ander bestemd, want die wil naast mij zitten. Deze jacht maakte, dat ik zeer ernstig met mezelf overleg pleegde, of ik mijn spullen pakken zou en weg zou gaan om nooit meer terug te komen.

Ik heb voor mijn eigen gezondheid gekozen. Ik kon in dat koor nog wat leren. Het was voor mij een uitstekend leerveld. Zoveel verschillende mensen die samen komen om te zingen. Het zingen doen ze in de kerk, maar de kerk is niet waarom ze samen komen. Het samen komen wordt veroorzaakt door de behoefte om te zingen.

Handenwrijvend laten sommigen zien, hoe onaangenaam ze datgene, wat ze vertellen, vinden, maar vertellen doen ze het. Want ze denken, dat ze dat moeten. Dat dat bij hun funktie hoort. Mijn vader heeft in alle funkties, die hij uitgeoefend heeft, zijn hart meegenomen en als hij tot de ontdekking kwam, dat de uitvoering niet in overeenstemming was met zijn hart, is hij gegaan.

En dat doe ik nu ook. Ik zou wel willen blijven maar het gaat niet. Ik ben een Hollander en die hebben gecapituleerd en daarom kan d e Duitser van een Hollander niets aannemen. Zich door een Hollander laten vertellen, wat hij moet veranderen om anderen de mogelijkheid te geven bewegen te kunnen, dat is onmogelijk.

En van een Engelsman kan d e Duitser ook niets aannemen. De Engelsen zijn de Conquerors. En van je overwinnaar laat je je al helemaal niets vertellen. Daarom gaan wij naar Zwitserland. De Zwitsers zijn neutraal gebleven. Zij hebben door de bergen het bos behouden en daardoor heeft de liefde daar vrij spel.

En tegen de Zwitsers kijkt d e Duitser op, want d e Zwitsers, dat kleine rotlandje, heeft het voor elkaar gekregen om zich tegen de Duitsers te verdedigen met de eigen middellen, die de Duitsers gebruikten om anderen onder de voet te lopen.

De Zwitsers waren namelijk niet BANG. Die hebben erop vertrouwd, dat zij door hun kennis van het gedrag van het weer en de bergen, de Duitsers de toegang tot hun land verhinderen konden en dat is ook zo geweest. En daarom hebben d e Duitsers een enorm respect voor d e Zwitser.

En daarom moet er een Zwitser komen, die d e Duitsers vertelt, hoe ze hun geld moeten gebruiken, zodat het tot het welzijn van het geheel is en hoe ze hun comatoestand moeten opheffen door alle patienten in coma met hpi-therapie te behandelen.

En mijn familie zorgt er dan voor, dat RECHT gesproken wordt. Alle gaten in alle wetten zullen ze vinden en ze zullen ervoor zorgen, dat ze gedicht worden. In gedichten zal beschreven worden, wat de gaten zijn en hoe ze gericht werden. Hoe de geschreven wet ontstaan is, waarin elke wet, die ONRECHT toestaat unwirkbar gemaakt wordt, voordat hij überhaupt geschreven is.

Zoals mijn vader al zijn kinderen onterfd heeft, voordat ze geboren zijn. Hij had een vooruitziende blik. Hij hield van mijn moeder en, om eventuele narigheid te voorkomen heeft hij ons, voordat hij trouwde, onterfd.

Dat stond op papier en dat papier was nergens te vinden. Want intussen was de computer als administratieve kracht ingevoerd. En, omdat er een administratieve kracht in coma alle oudere papieren in de computer gestopt had, was een datum verkeerd in de computer terecht gekomen.

En, in de computer werd op datum gezocht en het laatste testament van mijn vader, dat ook zijn eerste was, niet gevonden. Ik heb er al 2 geschreven en heb overwogen een derde te schrijven, maar ik realiseer me nu, dat ik dat niet doe. Degene, die als erfgenaam nu in mijn testament staat, heeft zoveel invloed om mijn emotionale leven, dat ik het testament laat zoals het is.

Mocht zij niet meer de erfgenaam kunnen zijn, dan zijn er 3 anderen, die mijn rijkdom moeten verdelen en ik heb het volle vertrouwen, dat zij dat gezamelijk zeer goed, namelijk liefdevol, zullen doen. Mijn vaders eerste testament, dat dus ook zijn laatste was, is gevonden, omdat ik wist, dat er een kluis bij de bank ooit geweest was.

En bij navraag, ja de kluis bestond nog. En mijn broer is gaan kijken en vond het testament! En zo kon het oude testament vergeleken worden met het nieuwe testament, dat toen in de computer wel gevonden werd omdat toen gezocht werd naar het testament, op naam, zodat vastgesteld werd, dat de datum verkeerd in de computer was ingegeven.

Mijn ingeving “kijk in de kluis” werd me ingegeven door mijn vader, die, zoals vele anderen, mijn begeleider is. Zijn kennis, evenals de kennis van alle anderen, die mij begeleiden, is voor mij toegankelijk als ik mijn liefde laat stromen.

En ik ben niet uniek. Dit geldt voor allen! De liefde verbindt ons en maakt, dat we op het juiste moment op de juiste plek zijn en de ander ook. Dat maakt, dat ik naar Freiburg lift, terwijl ik eigenlijk het idee heb, dat ik daar niks te zoeken heb.

Maar mijn ituitie is duidelijk: ik moet naar Freiburg liften. NU! Dus ga ik op stap en steek mijn duim omhoog. En in Staufen stopt een vrouw, die met haar zoontje op weg is naar de Media Markt. O, dan kan ik misschien een goedkope CD speler kopen?

Nu kan ik alleen op de computer CDs draaien. In de opslag zijn mijn hifi-apparaten. Tante Gré had ook haar hele inventar in de opslag. Haar vriend heeft haar geld beheerd en op zijn eigen rekening gezet. Hij heeft haar afgewezen en zij heeft onderdak gevonden in een bejaardenhuis. Tenminste een kamer voor zich.

Hij heeft alle huizen voor zichzelf in beslag genomen. Zij had een paar platen bij zich en ik mocht er een meenemen. Ik heb het niet gedaan. Ik wilde dat ze ze zelf nog kon koren. Als ze dood was, wilde ik ze wel hebben.maar ik was in Noorwegen toen ze stierf en hoorde pas na de begrafinis dat ze begraven was of gecremeerd, dat weet ik dus niet want ik was er niet bij..

Ik had Wil, de man, die haar vemogen beheerde omdat zij hem vertrouwde, willen vragen, mij de platen te geven. Hij had haar met liefde gepaaid. Het was geen liefde. Het kan geen liefde geweest zijn. Liefde geeft en neemt wat hij krijgt. Niet omgekeerd. Liefde neemt niet wat hij niet aangeboden krijgt.

Wil was een rijschoolleraar. Tante Gré was door haar man als een kasplantje behandeld. Zo zou je het kunnen zien, maar het klopt niet. Hij heeft haar in een glazen huis gevangen gehouden. Hij heeft haar ver van het leven gehouden en zij was bang.

Zij had geleerd, dat de man de macht heeft. Zij is misbruikt als kind. Op welke manier weet ik niet, maar de mannen waren schuld, anders had zij zich niet met haar echtgenoot en Wil ingelaten. Haar persoonlijke wil was door haar vader kapot gemaakt. En Wil heeft dat gevoeld. Hij voelde, dat hij met tante Gré alles doen kon wat HIJ wilde.

En dat heeft hij gedaan. Hij heeft haar net zo lang gepaaid, tot hij alles had, wat hij wilde hebben en toen heeft hij haar laten zitten op zo een vuile manier. Gelukkig was er nog een derde man in het spel en hij heeft ervoor gezorgd, dat tante Gré tenminste nog zelf over haar AOW kon beschikken.

Dat was alles, wat haar overbleef van de rijkdom die haar man, die gynecoloog was, haar achter had gelaten, toen hij plotseling het leven liet. Ik ben met tante Gré in aanraking gekomen omdat zij van toeten nog blasen wist waar het financien aanging.

Mijn vader wilde haar helpen en heeft, omdat hij zo weinig tijd had, mijn moeder verteld, wat zij tante Gré moest vertellen. Dan kwamen natuurlijk weer andere vragen op en die stelde mijn moeder mijn vader weer en zo was de cirkel rond. En ik kwam bij tante Gré, omdat ik een keer mee mocht, ik weet niet meer waarom, waarschijnlijk omdat tante Gré paarden had en ik een paardengek ben.

Mijn moeder combineerde. Een vrouw, twee paarden, Isabelle wil toch ook rijden, dan twee vrouw, twee paarden. Is beter. En zo nam ze me eens mee naar tante Gré. En die had moorkoppen in de koelkast staan. Voor de kinderen en ik was een kind, dus ik mocht een moorkop!

Dat was genieten. Ik HOUD VAN slagroom en dat kregen wij niet veel thuis. En taart of gebak, dat was wat voor verjaardagen en die waren verdeeld over 4 maanden. Dus 8 maanden in het jaar geen gebak! En dat bij een gezin van 7 personen.

Ik ging dus graag naar tante Gré. Heb niet op haar paarden mogen rijden, maar zij heeft ervoor gezorgd, dat ik op een managepaard mocht rijden. En zo leerde ik paardrijden. Ik heb tante Gré ook in Andorra bezocht. Onverwacht stond ik met mijn vriendin bij haar voor de deur. Dat was haar teveel, maar we mochten terugkomen en dat deden we.

En tante Gré praatte, praatte en praatte. Over de kleermaker, waar ze haar leren broeken, en dat was kwaliteit, zoals alles van tante Gré, kwijtraakte omdat hij ze gewoon niet terug heeft gegeven. En over Wil wat hij met haar deed. En wat hij niet met haar deed. Haar geld, dat bleek het enige wat hij van haar wilde hebben.

Haar liefde kon niet stromen. In Tilburg is ze gestorven en ik heb haar daar ook wel eens bezocht. Maar niet veel. Ik was in coma en zij niet. Ik was bang om door haar wakkere energie wakker te worden en te voelen, hoezeer ik lief had en hoe erg ik het vond, dat zij zo misbruikt werd en ik er niets aan kon doen.

En datzelfde gevoel het ik nu bij al die patienten in coma, die ik ontmoet heb. De omgeving zegt, dat ze hun best doen en niets anders kunnen en dat klopt ook, want ze zijn niet bereid om het schema, dat ze zelf opgesteld hebben, te veranderen. Ze zijn niet bereid om hun oude gewoontes overboord te gooien en het avontuur van het leven aan te gaan.

Wil wil wat. Wat wil Wil? Wil wil liefde en verwisselt dat met geld. Wil denkt, dat geld hebben betekent, dat je alles kunt doen, wat je wilt doen, maar daarbij vergeet hij wat Onassis gezegd heeft, en Onassis kan het weten. Onassis heeft geld gehad, heeeeel veeeeel geld.

En Onassis heeft gezegd: degene, die denkt dat met geld alles te koop is, bewijst, dat hij nooit geld heeft gehad. Ik heb nu geen geld. Schulden, genoeg om ruim 21 000 liter melk te kunnen kopen. Genoeg voor 115 jaar, als je elke dag een halve liter melk gebruikt.

Zoveel melk gebruik ik nu niet. Ik heb al een week geen melk meer gekocht. In mijn linkerzak zit alleen nog de munt, die 3x 2 poppetjes erop heeft staan. Die past in zo een ding van een winkelwagentje. Is niets waard verder. Kun je rustig kwijt raken. Die worden je achterna gesmeten.

Voor mij is deze munt heel belangrijk. Het is de enige, die in mijn linker zak zit. In de linkerzak zit het geld, dat ik te spenderen heb. In mijn rechter zak zit het geld, dat ik hier niet kan uitgeven. Dat is het zwitserse geld. Aan de muur hangt het papier geld, dat ik hier niet wil uitgeven en gekregen heb van iemand, die mij zeer dierbaar is.

Die haar goede, schaarse geld heeft uitgegeven om mij 3 good nights sleep te schenken. Dit geschenk kwam uit het hart en heeft mijn hart geopend. Ik heb van haar geleerd, hoe belangrijk het is om waar te nemen, wat de ander nodig heeft en het hem te geven, als je die mogelijkheid hebt.

En ik zie, dat patienten in coma hpi-therapie nodig hebben en alle mogelijke mensen, die bij instanties werken of op eigen initiatief, het mij onmogelijk maken om deze patienten dat te geven, wat ze nodig hebben. Ik kan praten ik kan schreeuwen ik kan schrijven, ze gebruiken alle mogelijke smoezen om hun gewoontes niet te hoeven veranderen.

Dat zou niet zo erg zijn, als de uitwerking alleen op hun leven zou hebben. Eergisteren was ik in het gemeentehuis en daar was een jongeman, die de folders bekeek, die daar voor de toeristen zijn. Ik heb wat woorden met hem gewisseld.

Hij bleek hier in het dorp te wonen. De straat, die hij noemde, ken ik niet en ik heb van hem ook niet begrepen, waar hij is. Hij wilde niet, dat ik verder met hem sprak. De jongen heeft liefde nodig. Hij is een anorexia. Dat kun je duidelijk zien en anorexia is een schreeuw om liefde.

Geen voorwaardenvolle liefde maar voorwaardenvrije liefde. De liefde, die vanuit het hart gegeven wordt, omdat hij er is en stromen wil. Angstvrij vol vertrouwen en wetend, dat hij nooit op gaat. Hoe meer hij stroomt, hoe meer ervan is.

En datzelfde geldt ook voor geld. Geld, dat niet stroomt, wordt niet meer. De huidige bank probeert de geldstroom in stand te houden, door geld, dat schijnbaar stil staat, in beweging te houden, door er steeds wat vanaf te trekken.

Dat maakt het voor de bezitter niet aantrekkelijk, om er wat bij te doen. In plaats van dat je beloond wordt, dat je geld op de bank hebt, wordt je ervoor bestraft. Dat had Wil goed gezien. Dus hij ging naar de bank met een koffertje, nadat hij alle banken had opgebeld en gevraagd had, wat de dagrente was, en haalde tante Grés geld op en bracht het naar de bank met de hoogste dagrente.

Dat koffertje heb ik al, maar ik hoop, dat ik het niet hoef te gebruiken. Ik hoop een bank te vinden, die graag met dat beetje geld, dat ik heb, werkt en door dat geld mijn geld kan laten groeien, zodat beiden er plezier aan beleven. En die Bank zal ik vinden!

En als ik ze niet vind, dat richt ik ze zelf op. Ik heb het zat om te moeten gaan zitten wachten, tot de verantwoordelijken eindelijk hun verantwoordelijkheid aangaan, dragen en uitvoeren, wat daartoe hoort.

Wil is naar Spanje vertrokken. Daar heeft hij zich breed gemaakt en een vrouw gevonden. Dacht hij, ik wil wedden, dat het een man bleek, in vrouwenlijf. Een man, die nog berekender is dan hij en die hem dus volledig geplukt heeft.

Dat wat je uitstraalt, wordt je. Ik heb geen idee, wat ik uitstraal. Misschien ben ik wel een cameleon. Zo voel ik me wel. Ik drink de thee, die me aan een rijke vrouw doet denken, ik draai de muziek, die me aan een andere rijke man doet denken en ik schrijf, wat me in gedachten komt.

Robert Betz spreekt zo nu en dan ook mee en het laatste, wat ik van hem hoorde, is, dat je niet moet scheiden. En dat verklaart hij dan al scheidend. Angst, beweert hij komt altijd uit het hoofd. En dat is niet het geval.

Ik zat in het vliegtuig, dat in Stuttgart zou landen. We waren er bijna en het was bewolkt en ineens, zonder reden en voor mij volkomen onbegrijpelijk, voelde ik angst. Ik was niet bang, ik voelde ANGST en ik was me bewust, dat deze angst geen bang zijn was, maar angst. Pure angst. Het gevoel van angst, die IS. Niet die je hebt, maar die IS.

En ik WIST dat het ANGST was en ik wist ook, dat we goed zouden landen, dat kon me mentaal heel goed aanpraten en geloven, maar de ANGST was even daar. En nu heb ik de ervaring van ANGST, zoals ik ook de ervaring ZIELSGELUKKIG ZIJN heb.

Dat was in Oslo, niet Lambertseter maar een ander station, en ik stond te wachen op het treintje, dat een ondergronds treintje is in het centrum, maar een bovengronds treintje daarbuiten. Elk zichzelf respekterende stad heeft tegenwoordig zulke treintjes en ik stond daar en wachtte en opeens, een paar miniseconden, maar duidelijk en helder was het gevoel daar. Zo helder als later het angstgevoel, was hier het gevoel zielsgelukkig zijn daar.

Als dat gevoel optreedt, is er geen twijfel mogelijk! Dan WEET je, dat je dat gevoel hebt. Als je moet nadenken, of je dat gevoel kent, heb je het nog nooit gehad. En zo simpel is het leven. Zo een ervaring vergeet je nooit meer.

Zoals de ervaring, die ik had met mijn geliefde, die een collega was, tijdens een van de laatste dagen van de haptonomie studie in de buurt van Nijmegen. Daar woonde zij toen en ik heb een keer bij haar mogen overnachten. Dat is nog tamelijk comateus, maar die herinnering krijg ik ook nog helder.

Ook zij moet deze herinnering nog hebben. Ik heb haar jaren later, dankzij een andere geliefde, die wakker was en de naam wist van de collega en deze gezien had in de krant of zo en mij dat doorgegeven had, bezocht.

Niet persoonlijk, maar onpersoonlijk, want dat was mogelijk en ik durfde niet zo goed. Ik was te laat voor de infoavond, die zij gaf voor de cursussen, die zij aanbood. Ik ben benieuwd, wanneer deze situatie mij treft. Zij was in het zwart en ik in het wit gekleed.

Ik herkende haar niet. Zij herkende mij in zoverre, dat ze wist,dat ze me kende. Ze plaatste me echter verkeerd in de tijd. Ze dacht, dat ze me later had ontmoet dan het moment, waarop we elkaar ontmoet hadden.

Ik heb haar verteld, waarvan we elkaar kenden en zij bekende me, dat ze van deze periode niets meer wist. Het coma waarin zij gegaan is, is een mentaal coma. Zij heeft de gevoelens nog, maar deze zijn niet meer verbonden met haar gedachten.

Ze is gehersenspoeld en deze hersenspoeling zorgt ervoor, dat ze braaf doet wat haar opdrachtgever, waarvan ze denkt, dat het haar geliefde is, omdat zijzelf een liefde IS en hij deze liefde misbruikt om zijn emotionale coma te voeden, haar zegt, dat ze moet doen.

Zij heeft haar wil afgegeven aan de man aans wiens zijde zij zich nu bevindt. Hij weet wat hij doet en zij is niet bewust, wat ze doet en hoe ze zich laat misbruiken. Niet alleen laat ze zich misbruiken, maar ook de liefde wordt misbruikt.

Zij is liefde puur en hij krijgt het voor elkaar om ervoor te zorgen, dat zij die liefde alleen maar voor hem laat stromen. Pauline is haar naam. Hoe noemt hij haar? Paultje? Ine?

Pauline is een geniale naam. De man Paul en de vrouw Line of Ine worden in een naam samen gebracht in een vrouwennaam. Zo een geniale naam heb ik niet. Isa en Belle zijn twee vrouwennamen, die tot een vrouwennaam worden. Ik heb deze supervrouwelijke naam nodig gehad. Als man in een vrouwenlichaam.

Zij is een hele mens en dat laat haar naam ook zien. Toen ik haar leerde kennen, was ik in coma en zij wakker. Dat maakte haar voor mij extra aantrekkelijk. Ik heb haar liefde met liefde ontvangen. Ik wilde niets liever, dan deze liefde met haar delen.

Dat ging alleen op die bewuste dag. We zijn beide onze eigen weg gegaan en nu ben ik wakker en zij in coma. Haar liefde is zo groot, dat zij in coma gegaan is om de man, die haar nu misbruikt zoals boven beschreven, de ervaring mogelijk te maken, om deze ervaring te hebben.

Zoals de pedicure, die mij belogen, bedrogen en bestolen heeft, mij de ervaring gaf om belogen, bedrogen en bestolen te worden, omdat ik niet naar mijn innere stem luisterde, of intuitie, zoals dat ook genoemd wordt.

Later werd ik me dat bewust, dat ik genoeg gewaarschuwd was en deze waarschuwingen met mijn overtuiging, dat ik mezelf niet kon vertrouwen, in de wind heb geslagen. Robert Betz beweert, dat je niet op je verstand moet vertrouwen, maar op je hart en hij heeft daarmee slecht gedeeltelijk gelijk.

Het gaat om de combinatie. Het gaat erom, dat ik weet, wat mijn hart mij zegt en welke gedachten voortkomen uit overtuigingen, die ik overgenomen heb van andern. De Paus beweert, dat je de ander moet liefhebben, in de bijbel staat, tenminste zo heb ik het geleerd, dat je de ander moet liefhebben gelijk jezelve.

Dat betekent, dat je jezelf moet liefhebben, anders wordt het niet veel. Liefhebben betekent, dat je waarneemt, welke behoeften je hebt en dat je deze behoeften vervult. Ik heb nu een gigantische behoefte om te schrijven. Het is nu 17.44 op de compu en ik ben om 12.00 begonnen. Het einde is nog niet in zicht en er wordt nu gezongen

I want you to remember the good times

En er achteraan I want you to remember the bad times, I want you to remember the good times 2x en dat is precies, wat ik ook wil.

Mijn computer denkt, dat ik moet schrijven: wat I kook wil.

Ja, het is de vraag, wat wil nu kookt. Of wat ik nu wil koken.

Ik wil liefde koken. Liefde in alle vormen en maten en kleuren en smaken en eten koken, dat wil ik dat anderen doen, die daar plezier aan beleven. Die op die manier hun rijkdom laten stromen. Mijn rijkdom is mentale rijkdom met een klein scheutje emotionale rijkdom en een gigantische rijkdom aan beweging.

En deze rijkdom wil ik delen met die mensen, die ze nodig hebben en dat zijn de patient in coma en omdat ik zo klein ben als ik ben en me nog niet in honderd kan delen, moet ik mijn rijkdom via tussenstations delen.

En dat is weer extra rijkdom want, door al deze tussenstations, die wat anders nodig hebben, dan dat, wat ik zo makkelijk met degenen, die het nodig hebben, kan delen, wordt ik in de mogelijkheid gesteld, om wat extras te leren.

Niet meer gemakkelijk en comfortabel 1&1 behandelen, maar 24 h sur 24 in touw zijn om allen, die met hart en ziel zich in willen zetten om patienten in coma de mogelijkheid te geven om weer te kunnen bewegen, te instrueren en informatie en ervaringen aan te reiken, zodat zij datgene, wat zij willen, mogelijk maken.

Deze hele toestand en al deze woorden hebben alleen maar tot doel om dat te bereiken. Het lijkt misschien te gaan om mijn hoogst persoonlijke aanzien, maar dat aanzien is zo verschrikkelijk, dat ik dat het liefste een ieder zou besparen. Dat gaat echter niet, want ik moet met mijn gevoel aanwezig zijn om waar te kunnen nemen, wat er gebeurt zodat ik daardoor de cursusdeelnemers erop kan wijzen, wat ze doen.

Ik heb een paar cursussen, opleiding, hoe je het ook noemen wilt, gevolgd in mijn leven. Dat zijn van die dingen, die op het curriculum vitae belanden, of niet. Die keus heb je. Als ik een curriculum vitae zie, dat 3 pagina’s lang is, dan is die persoon voor mij niet interessant. Het gaat bij mij niet om hoeveelheid, kwantiteit, maar om kwaliteit.

En daarom vind ik het zo leuk, dat er meer dan 300 short stories op mijn webpagina staan! Dat is een kwantiteit, waar ik U tegen zeg. En ik had gedacht, dat ik nu bevrijd zou zijn van de schrijfdrang. Forget it!

Vond ik toen 3 schort stories a day veel, dit is de 15e pagina van deze en ik ben nog niet klaar. Dat voel ik. Er zit nog een heleboel aan te komen. En ik verheug me erop! Ik geniet deze drijvende, stuwende kracht. Ik hoef niets te doen, ze alleen maar te volgen. Zo nu en dan MOET ik bewegen en dan sta ik op, loop naar het raam poets mijn gezicht, denk wat anders, wat er ook bij hoort en schrijf weer verder.

En al schrijvende nu moet ik de mevrouw van het jobcenter de juiste plaats geven. Zij neemt waar, welke rijkdom er in mij steekt en, dat deze rijkdom alleen dan tot uiting kan komen, als zij ervoor zorgt, dat ik in alle rust deze rijkdom kan ontplooien.

En zo ben ik heel officieel Seminarleiterin. Ik ben in opleiding, maar dat staat er niet bij. Want de opleiding wordt niet aan een erkend instituut gegeven. De opleiding is het ADL een ieder, die ik tegenkom, met wie ik een woord wissel, maar dat hoeft niet eens, is betrokken bij mijn opleiding en de mevrouw van het jobcenter is de chef.

Zij heeft bepaald, dat ik 6 maanden de tijd krijg en dan moet ik op eigen benen staan. En ik weet, dat als het leven dat wil, zal het zo zijn. Ik schrijf niet voor mij, maar voor het leven. Het leven van de patienten in coma, die nu allen in overlevingsmodus zijn.

Deze overlevingsmodus moet opgeheven worden om te kunnen bewegen. Dat lukt niet door de patient met alle mogelijke en onmogelijke, gezien vanuit het zicht van de seminarleiterin in ausbildung, prikkels te bestoken.

Verwachten, dat je daardoor de patient de mogelijkheid geeft om weer te kunnen bewegen, getuigt van onnadenkend gedrag. En ik moet tot mijn grote spijt vaststellen, dat er zulke mensen bestaan. Het zijn heel lieve mensen, die mij hebben laten komen, toen ik contact met ze opnam maar dat wat ik ze aangeraden heb te doen, niet gedaan hebben, omdat ze al een ander plan hadden.

En twee plannen tegelijk kunnen ze niet uitvoeren. Ze zijn ook niet in staat om het tweede plan, dat het eerste wordt, omdat de tijd nou eenmaal dat zo bepaalt, verder uit te werken, omdat ze al met het tweede plan verbonden zijn.

In gedachten zijn ze al bezig het tweede plan uit te voeren en daarom is er geen plaats om het eerste plan, dat als tweede in hun bewustzijn gekomen is, de aandacht te geven, die het nodig heeft. Ik ken dat van mezelf.

Ik ben zo gericht geweest op het onderwijzen van collegas en plegen, dat ik daar al mijn energie in gestoken heb in plaats van te kijken, hoe ik deze collegas en plegen zover krijg, dat ze weten, wat ik aanbied en dat hen in staat stelt om patienten in coma genezing mogelijk te maken, en dit weten met beide handen aan te nemen.

Dat komt omdat ik ook niet in staat was om de weg, die het doel, dat ik heb, te zien. Mijn doel is voor mij duidelijk, sinds ik de eerste patient in coma zag en dat is 35 jaar geleden. De weg waarop ik dat zou kunnen doen, was voor mij totaal in nevel gehuld.

Zoals voor al die mensen, die roken. Zij omhullen zich zelf met de nevel, zodat zij in hun eigen bescherming kunnen blijven zitten. Deze eigen bescherming hebben ze opgebouwd, omdat ze zo gevoelig zijn. Ze krijgen alles mee, wat gebeurt en al dat onrecht en al die leugens zijn zo pijnlijk en we voelen ons zo machteloos, dat we, ieder op zijn eigen wijze, dat rookgordijn opbouwen.

Mijn rookgordijn had geen nicotine in zich, geen alkohol en geen koffie in zich. Die kende ik gedeeltelijk uit mijn ouderlijk huis. De koffie was niet een van de rookgordijnen. Dat was voor mijn vader, een genotmiddel.

Thuis dronk hij het nooit, behalve op zondag. Na de kerk. Dan dronk hij een kopje koffie en als er room in huis was, kreeg hij er slagroom op zijn nederlands, dat betekent geklopt met suiker, bij. En dat genoot hij dan. Als hij terug was uit het ziekenhuis, want daar ging hij op zondag, na de kerk visite lopen.

En na de koffie, na het middageten, speelde hij met zijn kinderen een spelletje en had moeder kind-vrij. Dat was een unicum. Mijn moeder had nooit kind-vrij. Zij was er altijd voor ons. Als we uit school kwamen, kon het zijn, dat ze in bed lag en wij hebben haar zo lang mogelijk laten liggen.

Toen we wat groter waren, zetten we thee en zo tegen de tijd, dat gekookt moest worden, brachten we haar thee op bed. En toen we groot genoeg waren, vroeg ze ons om de aardappels, die ze al geschild in de snelkookpan had klaargezet, op het gas te zetten en 10 minuten te laten koken.

Ik had een prachtige tefal snelkookpan. Ik heb hem weinig gebruikt en meegenomen op mijn daklozen avontuur. En die is dus gestolen. Weg weg en nog eens weg. Met nou enz. daar kom ik ook nog eens overheen. Dan ben ik blij, dat ze weg zijn. Dan blijkt namelijk, dat ik ze helemaal niet nooiooooit meer nodig heb.

Dat ik werkelijk nooooooit meer hoef te koken, want dat er anderen zijn, wie ik geen groter plezier kan doen dan voor me te laten koken. En die, die hebben hun eigen pannen. En degene, die nu mijn pan heeft, kan door die pan leren, hoe het is om met gestolen goederen te koken.

Ik heb geleerd, dat gestolen goed niet gedijdt en heb dus nog steeds spullen liggen, die ik gejat heb. Omdat ik dacht, dat ik ze nodig had en ze daar, waar ik ze weghaalde in overvloed aanwezig waren. Het is goed, dat ik ze gejat heb. Ik kan daardoor nu ontdekken, wie wat waarom en hoezo. En dat is het ADL.

Maar alleen maar, als je met open ogen, oren en open mond je bewegen kunt. En dat kan in Rusland niet. Dat heeft Michail Chodorkowski aan den lijve ervaren en deze ervaring is nog niet ten einde. Gisteren heb ik onze dirigente gevraagd, of ik iets uit het zakje, dat zo uitnodigend op de tafel stond, waar zij haar water en brood op heeft staan, mocht nemen.

Zij is heel lief, we mogen elkaar graag en ze zei dus ja. Ze zei erbij, dat ze dacht, dat er niets meer in zat. Ik heb erin gekeken en zag een paar donkerbruine dingen liggen. Ik kende ze niet en liet de smaak me verrassen. Ze waren super-lekker!

Ik keek op de zak, wat erin zat. Het was russisch brood! Rusland is een land, wat ook in mijn biografie een grote rol speelt. Ik was er nooit, maar wel in Polen en Hongarije. Rusland is het land waar een zwart schaap van de familie, die witte arbeid wilde doen, terecht is gekomen. Dat wat hij wilde, wat in het Westen nog niet mogelijk.

De sexuele revolutie kwam in het Westen later. Nu ben ik als hij. Ik ben het zwarte schaap van de familie. Ik loop te hard. Ik loop niet te hard van stapel, nee, ik loop te hard. Ze kunnen me amper bijhouden.

Ik spreek over liefde laten stromen en doe dat in een taal, die mijn familie niet spreekt en niet begrijpt. Ik kan daardoor mijn familie niet helpen. Dat heb ik nu langzaam een beetje begrepen en doe mijn best om anderen te helpen. Als ik dat doe, kunnen die anderen helpen, die anderen helpen, die anderen helpen en die kunnen dan mijn familie helpen. En zo is de cirkel weer rond.

En iedereen gelukkig. Dus, ik hoef me geen zorgen te maken om mijn familie. Het is als de olympische cirkels. De meest rechter cirkel heeft geen direkt contact met de meest linker cirkel, maar ze zijn toch met elkaar verbonden.

Datzelfde geldt voor de cirkel, die rechts van de meest linker cirkel is en de meest rechter cirkel. Tussen de eerste twee zitten 2 cirkels, als ik het goed heb, tussen de laatste 2 zit er maar 1. dat is zoals de hand van de Koningin. Zoals al eerder beschreven, zitten er maximaal 2 handen tussen de hand van de Koningin en de hand van de nederlandse burger.

Dit betekent, dat tussen elke buitenlander, die met een Nederlander de hand geschud heeft, er maximaal 3 handen tussen hem en de nederlandse Koningin zitten. Dat is geen onzin maar logisch nadenken. Als wij met elkaar afspreken, dat 1 en 1 twee is, en nog 1 daarbij voor ons 3 is, is het hier beschrevene waar.

Als we er een andere telling op loslaten en met 1 drie bedoelen, zoals in de computertaal, waar 101 3 betekent of zo, ja, dan wordt het anders. Dan denkt de normale burger, dat hij honderdeen verhaaltjes krijgt, terwijl er maar 3 geschreven zijn.

Dit verhaal is in het Nederlands geschreven en tijdens het schrijven kwamen een engelse en een duitse vrouw langs, die ik dit hele verhaal graag ook zou vertellen. Dan moet ik het dus vertalen. En ik heb geen zin om deze 18, zijn het er nu al, paginas ook nog in het duits en engels op te schrijven. Maar, zo vertalend voorlezen, dat kan ik me nog wel voorstellen.

En zo is dan het idee om dit verhaal in 3 talen gesproken op te nemen en op een webpagina openbaar te maken, geboren. De uitvoering heeft nog wat tijd nodig. Ik moet daarvoor nog wat leren. Namelijk: hoe kan ik de opneemmogelijkheid, die deze compu heeft, gebruiken voor dat, wat ik ermee doen wil.

En daarvoor heb ik volgende week een afspraak met een jongeman, die daar zijn vrije tijd in steekt. Hij ziet ook de waanzin, die in wetten vast gelegd wordt. De EU-ziektenkosten wet is daar een uitstekend voorbeeld van.

Deze wet verplicht de burger tot het betalen van een ziektekosten verzekering. Dat is in ieder geval, wat het ziekenfonds beweert en uitvoert. Zij bepalen, dat wanneer ik mijn premie, die zij op basis van een inkomen, dat ik helemaal niet heb, bepalen, niet betaal, dat zij dan niets meer vergoeden, maar dat ze de rekening gewoon door laten lopen.

Het opzeggen van mijn lidmaatschap van die verzekering wordt niet geaccepteerd, met als reden, dat de EU-wet dat verbiedt! Kennelijk is er een wet gemaakt, die alleen voor de verzekering een verzekering is en mijn vraag is, of er ook een wet is, die dit soort wetten vooraf buiten werking stelt. De uitvoering van deze wet dient niet het welzijn van het Geheel en al helemaal niet de burger.

De EU-burger wordt op deze manier geld uit de zak geklopt, wat hij helemaal niet heeft. De mens in coma gilt dan: ja, maar daarvoor is er toch de sociale uitkering! Zonder na te denken, waar het geld voor de sociale uitkering vandaan komt!

Dat heeft hij zelf namelijk door hard werken verdiend. En moet hij zonder daarvoor wat terug te krijgen, afgeven om dus uiteindelijk de verzekeringen te sponsoren. Zover denkt de mens in coma niet. Hij kijkt niet verder dan zijn neus lang is.

En is bang als iemand anders met zijn neus te dichtbij komt. Hij rent weg als hij het idee heeft dat de ander zijn neus in zijn zaken steekt. Hij is bang, dat dan alles, wat het daglicht niet verdragen kan, aan het licht komt.

Ik ben in FriendScouts24 te vinden. Nou ja, ik was daarin te vinden. Ik heb een vriendin een konto voor mij laten openen. Dat was mooi, ik heb gezegd, wat zij moest invullen, want zij heeft met FriendScouts24 veel ervaring. Ik mag haar graag. Zij maakt voor mij contacten met de buitenwereld mogelijk, omdat ze zo anders denkt dan ik en volledig andere behoeftes heeft.

En ik heb contact met de buitenwereld nodig. Ik zit hier nou heerlijk te schrijven, maar een beetje afwisseling doet goed. Ik was zojuist in het werkhok van de buren, die dat nog niet verhuisd hebben, de inhoud bedoel ik dan en zag, op weg daarnaar toe, dat het licht in de kelder aan was. Ik ging daar naar binnen om het uit te doen en het was zo vol daar.

Ik keek wat beter en ontwaarde het konijnenhok, dat niet meer op de trap buiten stond. Ik dacht, dat ze de konijnen opgehaald hadden naar hun huidige woning en mistte ze. De laatste dagen had ik ze steeds water gegeven. Het was koud en het water bevroor steeds, dus ik heb het dan weer binnen gehaald en weer gegeven, als het weer ontvroren was.

Het was dus anders. Mijn voorstelling, om ook de dieren naar huis te halen, is dus anders dan de uitvoering van degenen, die voor de dieren verantwoordelijk zijn. Deze dieren kunnen niet protesteren, zoals de patient in coma ook niet protesteren kan. Als hij protesteert, krijgt hij een pijnstiller toegedient, waarvan hij daas wordt en zijn pancreas kapot gaat.

Dat ziet geen dokter en de pleeg, die is niet schuldig, want de dokter heeft de pijnstiller voorgeschreven in geval van nood. De pleeg echter bepaalt, wanneer hij vindt dat het geval een noodgeval is. En, omdat hij niet weet waarmee hij bezig is, oordeelt hij fout. En dit fout is echt fout. Voordat ik zeg dat iets fout is, moet er een hoop gebeuren. En nu zeg ik fout!

Op zich neem ik het de pleeg niet kwalijk, dat hij fout oordeelt. Zolang ik niet weet, wat er allemaal is, kan ik dat, wat ervoor zou zorgen, dat ik minder fouten maak, niet gebruiken. Wanneer ik echter stompzinnig niet bereid ben om enige verandering in mijn gedrag en in mijn denken toe te staan, maak ik fouten die FOUT ZIJN!

Ik kan me dan niet meer achter “Ich habe es nicht gewußt” verschuilen. Ik weet uiteindelijk altijd al, dat het niet klopt, wat ik daar doe. Ik voel namelijk, dat er iets niets in orde is. En dit voelen maakt, dat ik op zoek blijf naar mijn weten. Naar mijzelf en mijn HEEL ZIJN.

Dat ik nu zo moet ontdekken, dat de konijnen niet weg zijn, maar in de kelder staan, is een teken van non-communicatie. Ik ben te laat naar buiten gegaan, toen ik een auto hoorde. Ik zat namelijk lekker te schrijven en had geen zin om deze energie op te geven voor de wakkelenergie, die de trap opging.

Ik heb gezwaaid, achter het raam, toen de wakkelenergie weer verdween. Ik kan niets anders doen dan schrijven en dat per email sturen. En dat komt omdat ik door de wakkelenergie zelf nog wakkelig wordt en als ik dan zo wakkelig ben, ga ik eten en door dat eten geraak ik dan in coma. En dan ben ik in dezelfde toestand als de persoon met de wakkelenergie en voel ik me niet meer wakkel omdat ik dan me gesteund voel omdat we beide in de wakkelenergie zijn.

Maar ja, die arme konijnen. Hadden ze me gezegd, dat ze naar de kelder verhuisd waren, dan had ik mijn loopje naar buiten wat vergroot om naar de kelder te gaan en de konijnen hallo te zeggen, te kijken of ze nog water hadden en eventueel een konijnebrokje te geven.

Een aai hoort erbij vind ik. En deze arme konijnen zijn bang voor een aai. Ze worden alleen maar aangeraakt als het hok verschoond wordt. Dan worden ze met grote handen uit het hok getild, in een onbekende omgeving neergezet en zijn ze blij als ze weer in hun veel te kleine hok gezet worden.

Ze zijn met zijn tweeen en dat is hun redding? Waarvoor? Het leven is het niet. De dood. Dat is het. Helaas. Het grote konijn heeft de dood verkozen na een paar aaien van mij. Hij kwam tot de ontdekking, dat hij de liefde miste en ik kon hem niet genoeg geven.

Mijn aandacht ligt bij mensen. Mensen in coma en patienten in coma. Alle comatoestanden en autisten en depressiven. Voor mij hoort dat allemaal bij elkaar. De konijnen zijn voor mij, evenals de katten, hartopeners geweest. Zij hebben mij laten zien, hoe de mens denkt, door de manier, waarop die mens met die beesten omgaat.

Een menswaardig bestaan is in aller mond. Wat dat is, dat is de vraag. De manier waarop mensen hun dieren verzorgen vind ik zo nu en dan geen menswaardig bestaan. Het getuigt van geen eerbied voor het leven. Geen vlees eten heeft niets met eerbied voor het leven te maken.

Datzelfde geldt voor geen melk of andere dierlijke produkten gebruiken en de helemaal, voor mij doorgeknalde mens, die alleen nog maar rauwe dingen tot zich neemt, heeft in mijn ogen al helemaal niet begrepen, waarom het gaat hier op aarde.

Natuurlijk, we zijn allemaal anders en ja, het maakt uit, wat je wanneer waarom doet. Ik heb zelf ervaren, dat ik in Indonesie de melk niet gemist heb, en de kaas ook niet, terwijl hier dat bij terugkomst het enige was, wat ik at, zo ongeveer.

De vis, die ik hier sindsdien eet, eet ik omdat ik die in Medan elke dag liefdevol op mijn bord kreeg. Fien stond om 5 uur op om te koken en om 8 uur was het ontbijt klaar! Dat doe ik haar niet na! Ik verdom het, om met mijn ouders te spreken, mijn moeder is ermee begonnen, om zoveel tijd in het eten te steken.

Ik weet het daarom destemeer te waarderen, als een ander dat wel doet. Ik heb de moederlijke toewijding van Fien dankbaar aangenomen, zoals ook de toewijding van de haar toevertrouwde, en gaandeweg gezien welke liefde tussen die twee stroomt.

Een volledig ander mensbeeld, dan het beeld, waarmee ik groot gebracht ben en aan de andere kant precies het beeld, waarmee ik groot gebracht ben. En ik heb me daar gerealiseerd, dat ik precies zo groot gebracht ben als mijn moeder.

De omstandigheden waren anders, het klimaat was anders maar de essentie was precies hetzelfde. Ik ben een kolonialist in hart en nieren. En ik ben het graag. Ik laat me graag dienen, want ik weet hoe heerlijk het is om te dienen.

Ik wil door mijn werk alle patienten in coma dienen. Ik ben de page van alle patienten in coma. Ik loop rond met mijn compu, met papier en pen, en als ik mijn boekje niet wil gebruiken, vraag ik om papier en ik krijg het altijd. Soms staat er op een kant al wat op.

Dat is dan papier, dat de aandacht van mensen wilde trekken maar het is daarvoor niet meer nodig. Datgene, waarvoor het opriep, is voorbij. Het is geweest en er zijn weer andere dingen waarvoor de aandacht nodig is.

En zo is het met mij ook. Ik was hier in Münstertal, heb geprobeerd de aandacht van het hele koor te krijgen. Meteen de eerste gelegenheid heb ik met beide handen en met stem aangenomen. Mij werd gevraagd, iets van mezelf te vertellen en ik heb verteld, dat ik me met heilen bezighoud.

Drie koorleden hebben het gewaagd om hoogst persoonlijk te onderzoeken, wat ik aan te bieden heb. En op het moment, dat er wat in beweging kwam, hebben ze besloten, dat ze niet meer wilden weten. En dat is de IS-toestand. Ik vond het niet leuk. Ik weet toch, wat ze nodig hebben en dat ik het ze te bieden heb, maar zij hebben zich niet tijd gegeven om mij de gelegenheid te geven hen dat ook te geven.

Ik was ze niet snel genoeg. Zo en nu, ben ik dan mal weg. Als je me nodig hebt, kun je me vinden. En dat geldt niet alleen voor jullie, maar ook voor de mijnheer van de ING bank, die wel het telefoonnummer van mijn postadres vindt, maar niet mijn nummer.

Ik zet daar zo mijn gigantische vraagtekens bij. Ik ben in internet nu heel goed te vinden. Geef mijn naam in en als eerst, komt mijn eigen webpagina. En daarvoor heb ik niets bijzonders hoeven doen. Ik heb alleen maar mijn intuitie hoeven te volgen.

Mijn intuitie dat is mijn autisten deel. Dat is Yvonne, die voordat ze geboren werd al verdween. Gelukkig nam Isabelle het roer over. Isabelle had wel zin in het spel van het leven en haar moeder had dat in de gaten en zei dus: dat kind kunnen we niet Yvonne noemen, dat kind moet Isabelle heten. Ze is te levendig om Yvonne te heten.

En dus moest ik met de voor mij super vrouwelijke naam Isabelle door het leven. Aangezien mijn mannelijke energie domineerde, was dat een kwaal. Tegenwoordig kan dat geopereerd worden en er zijn zelfs jonge mensen, die dat laten doen.

Die niet in de gaten hebben, dat het fysieke lichaam een vervoermiddel is en geen huis. Het is een vervoermiddel, dat het ons mogelijk maakt om de genoegens van de fysieke wereld te genieten.

Ons huis is ons gevoel en ons gevoel wordt bepaald door de verbinding tussen hart, gedachten en lichaam. Het mannelijke of het vrouwelijke lichaam heeft voordelen en nadelen. Dat komt door de waarden en normen, die de verschillende geloven hun volgelingen inprenten.

Hersenspoeling onder het mom van religie. Zoals in “Gefangen in Deutschland” te lezen is, veranderen mensen hun gevoel om te voldoen aan de waarden en normen, die worden ingegeven door de Paus en anderen, die onder het mom van religie macht willen uitoefenen.

Zij geven daartoe anderen deelmacht en deze machten zijn altijd gebaseerd op angst. Macht is afhankelijk van de onmacht, die iemand voelt of van de macht, die een ander hem geeft. Mij is dit systeem duidelijk geworden door mijn relaties.

Ik wilde liefde delen en dat op alle fronten. Ook in bed, maar niet alleen in bed. Ik wilde ook samen in coma zijn, wat het geval is, als je slaapt. Gewoon slapen, allebei, tegelijk, naar elkaar, op elkaar, in elkaar, slapen, niks anders.

En dat was voor sommigen zoo bedreigend, dat ze wilden, dat ik na het zingen ergens anders ging slapen. Ik ben er ziek van geworden. Ik heb mezelf een longontsteking aangedaan om naar het ziekenhuis te kunnen vluchten. Dat is voor mij een veilig toevluchtsoord, omdat mijn vader daar in ieder geval elke dag visite maakt.

In het zieken huis kwam ik tot de ontdekking, dat ik daar was om tot de ontdekking te komen, dat ik niet alleen maar zingen wilde, maar vooral samen slapen. En dat ik spontaniteit nodig heb en als je me niet spontaan bezoekt, dan ga ik spontaan weg.

Niet spontaan dus, want dan was ik al eerder weg gegaan, maar ik was een beetje minder in coma door het hele gebeuren. Ik vond mezelf de moeite waard om spontaan te bezoeken en mijn familie deed dat dus ook.

Daarvan stonden er een paar ineens in mijn kamer. Dat was de vertegenwoordiging van de duitse tak. De nederlandse tak schitterde niet door afwezigheid. Ze hebben me allemaal laten weten, dat ze wisten, waar ik was en als de dag langer dan 24 uur geduurd had, was ook een van hen spontaan naar me toe gekomen en had in mijn kamer gestaan.

Geen vriendin die dat in haar hoofd haalde. Mijn vriendinnen waren net zo bang om afgewezen te worden als ik. En daarom bleven ze weg. De dood waren ze ervoor, voor mijn mogelijke uitzetting. Dat ik behoefte had aan gezelschap en nog meer behoefte had aan liefde, die niet alleen via de sex ging, dat begrepen ze niet.

En ik, was geen haar beter. Ik wist ook niet, hoe het anders kon en heb het spel dus ook zo gespeeld. Tot ik het omgedraaid heb en gebruikt heb om mezelf te bewijzen, dat dat niet was, wat ik nodig had. En sindsdien gaat het goed met me. Ik heb vrienden en vriendinnen en slaap alleen in een bed, dat groot genoeg is voor twee.

En verheug me op mijn verhuizing. Op mijn eigen bed. En dat eigen bed is een eenpersoonsbed. En daar heb ik er 4 van. Twee zijn nog uit Noorwegen en twee heb ik in Duitsland gekocht. Ja, ik ben een luxemens.

De koelkast is tamelijk leeg, maar de container is VOL. En ik verheug me op de dag, dat ik die kan laten legen en voor alles, wat daar in zit, een gerechte plek heb. Een plek, waar elk deeltje dat in die container zit, tot zijn recht komt.

Een plek ook, waar ik steeds weer naar toe terug kan keren. Waar ik de wortels kan schieten, die ik nog steeds niet geschoten heb. Een plek, die me de rust geeft en de beweeglijkheid, die ik nodig heb om mijn leven te spelen.

Ik wil niet alleen leven, ik wil het leven spelen. Spelend leven dat is wat ik wil. En dat is ook, wat ik het beste kan. Ik ben spelenderwijs groot geworden. Dat groot moet je niet letterlijk, beter gezegd niet fysiek zien. Met groot bedoel ik hier volwassen en met volwassen bedoel ik ouder dan 18 of 21.

En ik ben blij, dat ik nu elk moment van de dag en van de nacht opnieuw geboren wordt. Dat voorkomt een hoop trammelant. Ik hoef me niet meer te verzetten. Dat heb ik vroeger veel gedaan. Ik moest me tegen alles mogelijke verzetten om ervoor te zorgen, dat ik een beetje mijn eigen weg kon gaan.

Dat kwam, omdat ik niet op de voor mij, door geboorte bepaalde, juiste plaats in de familie terecht was gekomen. Door mijn voorgeboorte trauma was ik zo snel, dat ik mijn zus van haar plaats verdrongen heb.

Dit heeft tot gevolg gehad, dat zij haar weg niet kon gaan en ik mijn weg ook niet. Ik heb steeds geprobeerd, om dit ongedaan te maken, oa. door met haar haar slaapkamer te delen, maar dat is niet gelukt.

We hadden beide die behoefte, in het begin hadden we ruzie met onze ouders, die de bui al zagen hangen, en kregen dan onze zin. Ik mocht bij mijn zus gaan slapen. Maar na korte tijd werden we ons bewust, onbewust, dat we niet onze eigen plek hadden en dan maakten we ruzie met elkaar.

En dat was dan weer de aanleiding, om mij weer een eigen kamer elders in het huis te geven. Ik heb in dat huis, dat helaas niet meer bestaat, in 4 kamers gewoond. Ik ben daar een stuk of 6 keer intern verhuisd.

Geen van mijn Geschwister is zo vaak in dat huis verhuisd. Dit ben ik me pas kort bewust. En na alle andere verhuizingen, zo’n 33 in getal, heb ik er behoefte aan om eindelijk eens een poot aan de grond te krijgen en de andere ook.

En vanuit deze plek mijn reizen te ondernemen naar alle plaatsen, waar mensen geinteresseerd zijn in de hpi-kennis, die ik aan te bieden heb en die ze niet op de hpi-therapie webpagina’s gevonden hebben. Ik doe mijn best, om ervoor te zorgen, dat ik overbodig ben.

Dat heb ik als therapeut gedaan en dat wil ik ook als hpi-kennis verstrekker zijn. Ik wil niet de enige zijn, die deze kennis heeft, want als ik dan de pijp uitga en de kist in, dat hebben de patienten in coma een probleem.

Dus ik MOET schrijven, of ik wil of niet. Het geschreven woord wordt makkelijker bewaard dan het gesproken woord. Het boek is een hebbeding van huis uit. De boekenkast is een meubel, dat in vrijwel elk westers huis een plaatsje heeft.

En ik ben een super boeken mens. In mijn container zitten niet alleen de reisboeken over Indonesie maar ook meerdere teach yourself boeken. Het eerste teach yourself boek is het poolse boek, een gebonden exemplaar.

Het was het leerboek van de poolse les, die ik in Genève kreeg van de voorganger van de poolse kerk. Ik weet niet of het een katholieke of protestante kerk was. Ik ben daar naar toe gegaan omdat ik pools wilde leren nadat ik in Polen op vakantie geweest was.

Ik had basiskennis Engels, Duits en een heel klein beetje Frans en sprak Nederlands, maar die Polen hadden Russies als vreemde taal geleerd en omdat ik geen russies en geen pools sprak en de jongen, die me uitnodigde voor het feest van de bruiloft in Warzszawy geen van de talen kende, die ik een beetje sprak, ben ik niet meegegaan naar het feest.

Het was de eerste avond in Polen en we waren met de groep Nederlanders op weg naar een paardenkamp. Het was in Bialka en voordat we daar naar toe gingen, was de eerste stop in Warzszawy. We waren naar een studentenkroeg geweest en die ging om middernacht dicht. De nederlandse studenten beklaagden zich, dat de kroeg zo vroeg dicht ging, voor mij was het al laat.

Ik ben nooit een uitgaansmens geweest. Ik kon dan ook geen herrie verdragen. Dat komt door mijn geboorte. Dat was een geboorte, die voor mij, te vroeg was. Ik wilde later komen, maar mijn vader wilde niet ’s nachts uit bed om mij geboren te laten worden dus heeft hij zijn collega besteld en die is tussendoor even langs gekomen.

Hij had zijn nieuwe assistente bij zich, die van toeten noch blasen wist en mij daarom een fles koude melk heeft gegeven. Ik ben me rot geschrokken en mijn moeder ook. Zij zag het gebeuren, kon echter niets meer doen om het te voorkomen, want ze wist niet, dat de melk koud was. Dat zag ze aan mijn reaktie.

En zij lag in het kraambed, machteloos om mij de zekerheid te geven, dat het nooit meer zou gebeuren. Dat het een vergissing was uit onweten. Vergissingen uit onweten kan ik vergeven. Ook van mezelf. Vergissingen terwijl ik weet, dat het anders moet, blijven me mijn hele leven bij.

Dan herinner ik ze me steeds weer, om wakker te blijven. Schuld is in onze familie een thema. Een belangrijk thema. Leven en dood ook. Kinderen, die niet blijven leven maar ook kinderen, die uiteindelijk niet levend geboren worden. Hoort bij mijn familie.

Daarom is voor mij het leven belangrijk. Als het leven er is, moet het ook geleefd kunnen worden. Angst heb ik genoeg gehad om mijn leven niet te leven. Angst, dat ik niet genoeg geld zou hebben. Nu geniet ik het, om geen geld in de zak te hebben.

Ik hoef me niet af te vragen, of ik naar de winkel zal gaan om iets te kopen. Ik kan niets kopen, ik heb geen geld in de zak. En op krediet kopen, door mijn betaalpas door de machine te halen, zit niet in mijn systeem.

Dat doe ik alleen in zeer bijzondere situaties. Zoals gisteren, toen ik in Bad Krozingen was, waar de man bij de Commerzbank, die altijd zeer kleurige dassen aanheeft, geen dauerauftrag voor mij wilde inrichten omdat mijn duitse rijbewijs voor hem niet telde als identiteitsbewijs.

Hij wil een geldige pas zien. Hij verwees me naar het filiaal, waar mijn rekening geboekt staat, omdat ik hem daar geopend heb. Daar ben ik al jaaaren niet geweest. Daar kennen ze mijn kop al helemaal niet meer.

Een geldige pas als identiteitsbewijs. Een rijbewijs geldt niet. Als je geen geld hebt, kun je ook geen geldige pas hebben, dus dan wordt geen dauerauftrag voor je ingericht en moet je elke keer opnieuw met de hand de betaling doen en daarvoor worden dan kosten berekend.

Geen geld hebbenm, is hartstikke duur! Vooral bij de bank. Die leven van geld, van mensen, die weinig geld hebben. Hun regels zijn zodanig, dat de kleine man, zoals dat in Nederland zo prachtig heet, de klos is. En de kleine man? Die doet er niks tegen.

Hij gaat niet naar zijn baas en zegt tegen de baas: ”Chef, vanaf nu wil ik mijn salaris in de hand hebben, dan kan ik het tenminste voor mezelf uitgeven.” In de sloppenwijk van Jakarta loopt een vrouw rond met een grote tas en een boekje.

Ze zoekt de mensen, die daar wonen op en krijgt dan geld en schrijft wat in haar boekje. Ik neem in mijn jeugdige optimisme, aan, dat ze de huur komt ophalen. Ik neem aan, dat ze niet van de mafia is, die geld verlangt voor bescherming tegen de eigen criminele aktiviteiten.

Vroeger was het heel gewoon, dat de huisbaas op een bepaalde datum langs kwam om de huur te innen. Zo een huisbaas heb ik ook nog gehad in de 2e schuytstraat in den haag. Ik vond het leuk als hij kwam, want hij was lief.

Er waren mensen, die zeiden, dat hij een crimineel was, ik vond hem lief en mij heeft hij nooit wat anders laten zien. Hij was waarschijnlijk net als ik een autist en reageerde op anderen precies zo als ze naar hem reageerden: agressief als je agressief was en lief als je lief was.

Ik had dat systeem nog niet door. Vond het gewoon een lieve vent, die me geen poot uitdraaide en die zelf met zijn eigen handen het huis zo goed mogelijk opknapte. Dat zag ik en dat was de waarheid. Wat hij verder nog deed, was niet mijn bier.

Een ander zwart maken om zelf mooi weer te spelen, heb ik als kind genoeg gedaan. Ik was gewoon sneller en daardoor niet altijd even geliefd. Ik voelde me echter helemaal niet zeker en deze onzekerheid maakte dan, dat ik een ander flink zwart kon maken.

Dat probeert de chef van het huis van de russiese Duitser, die bij hem in coma ligt misschien ook, maar hij zal door zijn eigen woorden gevangen worden. Hij heeft, toen ik hem vertelde, dat ik alles in een boek zou schrijven geantwoord, dat hij ook een boek ging schrijven en ik heb hem aangemoedigd. Ja dat moet hij doen en dan kan de patient als hij zich weer kan bewegen, ook nog zijn versie geven.

En als hij wil, dan neem ik zijn versie in mijn boek op. Hij wist niet hoe snel hij weg moest komen. Dat werd hem teveel van het goede. Hij had zijn opmerking als grapje geuit, ik was echter bloedserieus. Zo ook toen een vriendin opperde, dat ik een tekst naar Günter Jauch moest sturen.

Die heeft op Das Erste hier in Duitsland een televisieprogramma waar van alles en nog wat aangesproken wordt, wat niet in de haak is en de behandeling van patienten in coma is absoluut niet in de haak.

Ik heb dat per mail ’s avonds gestuurd en meteen de volgende morgen had ik een reaktie van Das Erste. Echter geen antwoord op mijn vraag, of ze het korte verhaal, dat ik meestuurde aan Günter Jauch zouden doorgeven.

Dus heb ik meteen weer een mail gestuurd met dezelfde vraag. Dat antwoord laat langer op zich wachten. Zoiets als de burgemeester, die ik een mail stuurde met een paar vragen. Ik kreeg geen antwoord, maar God vond, dat ik recht had op een antwoord, dus zag ik de burgemeester in het gemeentehuis.

Ik heb hem aangesproken en toegeroepen, of hij mijn mail gehad had. Ja, dat had hij. Kennelijk wist hij, dat de mail bij mij hoorde. Ik vroeg hem, of hij hem ook beantwoord had. Nee, daarvoor had hij geen tijd en hij zou daarvoor ook geen tijd krijgen.

En zoals dat dan is met mensen, die geen tijd hebben, had hij 21 minuten de tijd om te proberen mij af te wimpelen. Ik heb hem daarop gewezen en heb weer wat te schrijven. Ik heb ook al eens iemand beleefd, die het gelukt is om 30 minuten nodig te hebben om een afspraak te maken.

De persoon in kwestie kreeg het niet voor elkaar om de ander af te kappen en duidelijk en beslist te zeggen, dat ze dat dan konden bespreken als ze elkaar zagen. Ik ben er ook een meester in, om mensen aan de lijn te houden.

Dat moet ik nu wel, want ze voeren de verantwoordelijkheid, die ze hebben, niet uit. Ze gillen, dat ze geen tijd hebben en intussen doen ze dingen, die een ander kan doen of die helemaal niet nodig zijn. Zoals dat met geld hebben.

Gillen, dat je geen geld hebt en ondertussen nieuwe schoenen kopen, zoals ik gisteren gedaan heb. Ik heb de bank laten betalen voor iets, wat ik nodig heb. Ik heb een paar oude schoenen in de gang staan, waarmee ik een gevaar op de weg ben. Die zijn zo afgelopen, dat de zool er half afhangt en ze zijn glad als de straat nat is.

En nu ligt er sneeuw en zijn goede schoenen absoluut nodig. Met gladde schoenen lig je zo op je bek. En dan komt de verzekering en die zegt dan, dat de bewoner van het huis, wat aan de weg ligt, waar je gevallen bent, de kosten van je gebroken been moet betalen. Hij had ervoor moeten zorgen, dat de stoep niet vol met sneeuw ligt.

Je moet dus, als je ergens woont, thuis blijven om je stoep continu sneeuwvrij te maken. Geloof je het zelf? Dat kan toch niet de bedoeling van het leven zijn. Daar is nog zo een wet, die niet met de Grondwet in overeenstemming is en dus door de wet: “elke wet, die de rechten, die in de Grondwet beschreven staan, schendt, is niet geldig” ongedaan gemaakt moet worden.

Is de Grondwet deze wet???

Als dat het geval is en Europawijdt geldt, hebben die Duitsers me met hun uitleg van de EU-ziektekostenverzekeringswet continu belazerd! En niet alleen mij. Deze ervaring maakt het voor mij wel gemakkelijker om uit Duitsland te verdwijnen.

De Duitsers, die ik heb leren kennen heb ik graag als vriend en vriendin maar het systeem lijkt nog teveel op: “ik kan er niets aan doen, zo zijn de regels nou eenmaal” een andere zegswijze voor: “ich habe es nicht gewußt”.

Ich habe es auch nicht gewusst. Ich wollte es nicht wahr haben. Ich wollte nicht nach Deutschland, darum bin ich damals nach Norwegen ausgewandert. Die Freundin ist mit und alleine wieder zurück nach Holland und ich bin dann nach Deutschland. Freiwillig, so wie auch im Krieg Verwandten von mir freiwillig nach Deutschland sind. Das weiß ich noch nicht so lange. Ich gehe auch freiwillig wieder. Ich muss nicht abgeschoben werden. Ich gehe um wiederzukommen. Auch ihr wird mich fragen, wie das geht. Wie man die Geliebte wieder bewegen lassen kann. Ihr könnt nicht lesen. Das habe ich hier erfahren. Das werde ich mich jetzt erst bewusst. Ihr könnt nur tun was anderen euch sagt. Der Öster reicher hat das gesehen und ausgenutzt. Das hat euch das Leben gekostet. Und jetzt wisst ihr nicht mehr wie das geht, leben. Wir bleiben verbunden durch die Liebe die nicht verlangt nur gibt. Wenn die Liebe beantwortet wird, kann sie frei fließen und wachsen.

Wenn sie nicht angenommen wird und nicht frei fließen kann, wird der Mensch krank. Das kann jede Krankheit sein. Die Liebe heilt alle Wunden. Das ist eine Volksweisheit die wahr ist. Aber die Liebe kann nicht alles heilen. Es gibt Situationen, die nicht heilbar sind wenn wir nur das Leben als Heilung sehen. Der Tod ist manchmal die Heilung der Situation. Der letzte Atem ist ein Geschenk, wodurch das physische Leiden zu Ende kommt. Die Liebe geht über die physische Zustand hinaus und die Seele des Gestorbenen begleitet uns weiter auf unseren eigenen Weg. Wir haben die Wahl dieses Begleiten anzunehmen und zu folgen oder uns abzukehren und einen anderen Weg zu gehen. Die Seele des Verstorbenen wird mit uns den anderen Weg gehen und immer wieder uns daran erinnern, was wir tun und was wir uns in diesem Leben vorgenommen hatten.

Mein Vornehmen galt das Aufwachen. So wie früher mal ein Verwandten gesagt hat: “Erst ich“. Und dadurch kann ich dann auch dich helfen aufzuwachen. Und das ist nicht immer angenehm. Ich werde wieder wütend, bemerke ich.

Wütend auf Menschen, die sich in Rauch einhüllen um sich selbst nicht sehen zu müssen und um auch nicht den Andere sehen zu müssen, und inzwischen erwarten, dass der Andere ihm sieht Ich habe mich immer bemüht um nicht gesehen zu werden. Ich habe dazu keinen Rauch benutzt aber meine Energie.

Ich habe meine Energie erhöht in der Hoffnung, nicht gesehen zu werden und das ist gut gelungen. Das Problem wurde aber, dass keiner mich mehr gesehen hat und dadurch war ich ohne Arbeit. Die Welt ändert sich und ich auch.

Ich habe mich entschlossen, dass ich, wenn ich mein Ziel, dass ich alle Patienten im Koma hpi-Therapie ermöglichen will, erreichen will, ich sichtbar sein MUSS. Und, da ich keine Erfahrung habe mit sichtbar machen, habe ich mich angeschlossen an dem unsichtbaren, virtuellen Internet.

Dieses virtuelle Netz ist inzwischen für ganz viele Menschen der Kontakt zur Außenwelt und ich freue mich zu Wissen, dass es Menschen gibt, die meine Webseite jetzt als Homepage haben. Das ist genau, was ich möchte. Ich möchte mein Haus für Allen auf haben. Jeder soll da das finden, was er braucht. Und, da es so vielen unterschiedlichen Menschen mit allen ihren eigenen speziellen Bedürfnissen gibt, musste ich so viele Geschichtli schreiben.

Jeder Geschichtli hat seine eigene Energie und ist eine Mischung von vielen Begegnungen. Eine einzelne Geschichte mischt nicht viele Begegnungen aber ist entstanden aus einer Begegnung. Der rote Faden ist die Liebe, die fließen will und ich. Ich und meine Gedanken, meine Gefühle und mein physischen Körper. Dieser Körper, der mich so gut dient, wie es kann. Und es kann es so wie es es kann, weil ich das tue, was ich tue und denke, was ich denke, und so reagiere auf was ich denke und was ich fühle, wie ich das tue. Ich kann niemandem verantwortlich machen für die Reaktionen, die ich habe auf all das, was passiert in meinem Leben. Es ist jetzt nach Mitternacht und ich bin seit 12 Stunden am Schreiben. Ganz kurze Momente, dass ich etwas anderes gemacht habe. So wie mich in Gedanken vorbereiten auf das Fastnachtsfest vom Chor, morgen Abend. Das, was ich vor einigen Wochen geschrieben habe, ist wohl noch nicht dran. Jetzt ist es morgen, aber noch kein Abend. 00.11 sagt die Computeruhr jetzt. Von Holländisch bin ich zu Deutsch gewechselt. Die Musik ist noch die gleiche. Ich bin mir bewusst geworden, dass Deutschland für mich ein sehr teueres Land ist. Ich bin mit mehr als DM 50 000,- hier gekommen, habe auch so etwas geerbt und gehe mit Schulden. Aufwachen aus dem Koma war für mich teuer. Für die KrankenKassen ist es teuer die Patienten im Koma zu lassen. Das wissen sie und trotzdem tun sie nichts. Das ganze Land ist im Koma, wenn du mich fragst. Günter Jauch auch? Wenn er mein Geschichtli nicht direkt von Das Erste bekommt, kommt er dann auf meine Webseite weil er etwas anderes sucht? Wird er dann wissen, dass er damit etwas machen muss? Dauert das noch lange? Lange ist ein interessanten Begriff in dieser Bedeutung. Lange Zeit ist das die 1 ½ Minute, die 15 Minuten auf die Uhr dauern oder sind es die 15 Minuten auf die Uhr, die gefühlsmäßig nur 1 ½ Minute dauern? Die Zeit ist nicht, aber wir benutzen sie.

I need time to be able to tell the Germans what they have to change so they can live the life they want to live. At the time they are just trying to survive. The truth was too painful. The truth that this foreign guy that promised them a car and a house was lying. They found out that in stead of getting things, they lost their beloved. And now a foreign person says that if they change their way of loving, by giving the beloved no water and no food, their beloved will not die? They can not believe that. They do not dare to try as they know what happened in the War.

Lots of their beloved died because they did not have anything to eat and not only that also foreigners died of that. And they are the cause of that situation. They followed the ideas of this guy that promised them a car and a house. The house they needed but the car was not needed.

The promise was not kept and took the faith of all the Germans. A German can be faithful but as country fear is the energy that counts. The prime minister tries to think with love but she does not follow that way. She is afraid of the leaders of the other countries. Those leaders do not see the whole truth because they do not allow themselves to listen to their heart. They think that they must be tough to be a good leader and that is a failure. The best leader looks in his heart and finds there the best solution for the benefit of the Whole and this solution is always the same solution that the other leaders also have in mind.

The EU-health insurance law that is used to force the citizen to pay money for an insurance that he does not need. No escape possibility? Their will be a hole in the law and it will be found and used. Until then I will be as poor as the kerkrat that is not in the dictionary that I have.

I want to use my energy for healing and not for insurances that are based on fear. I insure my house but not my body. I can clean my body as much as I want by the behaviour I have and no one can do anything about that. Unless I go into coma and stop being self responsible. The person in coma is still responsible for everything he does or does not. Because he can move. The patient in coma is no langer capable to act self responsible. He needs help to do so. And this help includes hpi-therapy. And all those who know now that this therapy exists and do not give this knowing further, are guilty for every patient in coma that dies. So I must tell everybody. But I do not know the right way. I do not know who. Who do I have to tell? You know what. I go to bed. I quit with this writing. I do not like it any more.

I made myself being cut off of the world. I did not find a way to get connected because I found it too expensive and now, I am not connected, because the one that was my connection moved. I have other connections that help me to connect but I am still not connected directly. So somewhere there is still a very important connection in disorder. I will close my eyes and keep my ears open to find out if a good night sleep gives me some answers on questions that I do not know because these connections are still in disorder.

Questions are always the way to develop oneself and by developing oneself one can develop a therapy methode as the Bobath pair showed. I could not treat the patients in coma the way my collegue showed me. He told me, it did not have any result.

My intension and goal as a therapist is to see to it that I will not be needed any longer because the patient is doing well and I started to think about the state the patients in coma are in. They are people that look strong and with a physical body that is in a good state. All the connections between brain and muscles are in order, but not activated, it seems. The reason that they can not move.

By testing what was important to normalise first every patient wanted the movements of the skull normalised, next the functions of the intestines and than movements. These mobilisations are necessary because the patients are mostly lying in the bed, get nourishment that they do not need and they need to be moved to get moving energy.

Moving energy is needed to be able to move and movements are needed to remember moving. Most patients are not moved the way that is healing for them. Every patient has his own history of learning how to move and this history must be followed so he can remember.

The patient in coma remembers movements if they are made in the way he learned them. That is the reason that every patient needs other movements that must be found out by the therapist and can be found out by feeling the reaction of the patient on movements that are made.

The patient will make the movement himself if it is the movement that he now needs and this movement will be accompanied with the energy of joy. By repeating every movement 12 times on row the patient will be able to remember the movement. Movements must be made in 12 treatments to be able to be saved totally. The function of the movement must also be used in several movements to repair the broken connections. The function of broken connections can be repaired by stimulating the non used connections that are still available. Giving a non used connection a function will be the start of the healing process.

The healing process must be started when the patient is stable. He must than be treated as a person that needs movements. He can not move himself but needs help to be able to move. This help should be given 14 hours a day. The measuring of breath or heart is superfluous. If the patients breathes, he is alive. He must get the chance to breath, because breathing out makes it possible to connect the emotional body with the physical body and breathing in makes it possible to connect the mental body with the physical body. Yawning is a way of breathing out after having breathed in and breathing in is stimulated by movements that are asking emotional activity of someone. Music is a way of asking emotional activity and can be used for this. Music gives the possibility to open the heart and release old pain that blockades the possibility to move. The blockades that make it impossible for the patient in coma to move can be changed by mobilisation of the skull before movements are offered. The changes that are not visible to the surroundings of the patient can be measured through the tension that changed but it needs a very sensitive observer to measure them. Normalisation of the postural tension of the patient in coma will be stimulated by changing the posture all day long. Lying in the bed the postural tension is not stimulated and normalisation of the tension will not happen.

If the physical body is not used the way it was built for, the energy that is available will be needed to keep the physical body alive in stead of being able to use it to heal the whole system. The patient in coma needs help to be able to use his physical body the way it was built for. By giving him this help he will be able to gain the energy that he needs to heal the whole system. The patient in coma who is not able to move or to show his needs, shows that the therapy he gets is no therapy to him but only time filling to the therapist. Time filling does not have the healing result that is needed for the patient to be able to live in stead of surviving. Surviving can not be the goal of a therapy. The goal of a therapy has to be giving the person the best way of life possible. This means that also the patient that can not turn his head to the middle must be treated differently. The eyes do have an enormous influence on the capability of the movements of the head. Movements of the head increase if the eyes can move further. By mobilising the eyes of the patient that can not move his head, blockades can be taken away and the patient will notice that he can move his head better. This miracle is not a miracle but the result of connections of the eyes with the emotional body. The patient in coma must repair all sorts of connections and it might be important to treat the eyes so he can repair connections. All connections that are in disorder must be repaired before the physical body will be able to move again. To be able to move again the patient in coma has to change his system that is in survival modus into a system of a moving person again. This change can be noticed as at this moment the patient will be able to make a movement without any help. From this moment the therapy will change from a non-communicative therapy into a communicative therapy that has to be continued and use the communicative possibility to continue the healing process. Three months after the start of the communication the communication will be stable and stay if it is used daily.

This knowledge makes it clear that hpi-therapy can not do its work if the therapy is not given continiously during at least 3 months after the communicative movement appeared. If the therapy is cut off, the communicative possibility will disappear again and it will need about 4x longer than the time that no therapy was given to regain the communicative possibility.

If hpi-therapy is given 24 hours a day, the patient will need about 3 years to be able to move again. These 3 years the 24 hours of treatment will be full of movements with the patient in stead of paperwork and machines. Not needing any machines is also a saving of money that can be used to buy an electrical chair with standing possibility that will not be needed any longer when the patient is able to move again. The chair can than go to another patient in coma that needs it, which makes the costs of this chair for one patient much less than the costs seem. These chairs are made to be used much longer than only 3 years.

The patient in coma should be treated the way he needs to come on his feet again and be able to move without help. He should get the chance to show his love by being moved by people that want to be moved by the love that they sense whilst treating the patient in coma to see to it that he can be an ex-patient in coma, able to tell what can be done better in the treatment of patients in coma.

 

shadow hpi-therapie opleidingen

liege hpi-therapie en de EU

ster hpi-therapie voor allen

.

.

.

 
      home NETWORK contact    
     
Deze korte verhalen
vertellen van het algemeen dagelijks leven
en coma