Kinderen weten wat ze doen moeten, als ze weten wie ze zijn. Ze weten, wie ze zijn als ze zijn kunnen wie ze zijn.

Het kind dat zich veilig voelt zal de wereld om hem heen verkennen. Wanneer hij dat mag en de grenzen duidelijk zijn, zal hij deze grenzen respekteren.

Dit kind zal later ook zijn grenzen kunnen aangeven en de grenzen van anderen respekteren.

Kinderen hebben grenzen nodig om te ervaren, hoe ze grenzen kunnen verleggen. Het verleggen van grenzen is belangrijk voor het kind want daardoor kan het kind ervaren wat het verschil is als de grens verlegd is.

Wanneer onduidelijk is, wat de grenzen zijn of de grens steeds verlegd wordt, kan de mens geen zelfbeeld opbouwen.

Het zelfbeeld is afhankelijk van de eigenliefde, die mens heeft. Deze eigenliefde wordt bepaald door de liefde, die de mens in zich heeft en vrij kan laten stromen.

De mens kan liefde vrij laten stromen, wanneer ze wordt aangenomen. Wanneer de liefde niet wordt aangenomen, kan de mens geen positief zelfbeeld opbouwen.

De mens reageert als eerste door zich af te sluiten, als hij bewust of onbewust waarneemt, dat zijn liefde niet wordt aangenomen. Dit veroorzaakt een gevoel van afgesloten zijn, wat het gevoel van eenzaamheid opwekken kan.

Een gevoel van eenzaamheid is altijd een teken van liefde, die niet aangenomen werd. Wanneer de mens zich dit bewust wordt, wordt het mogelijk zijn liefde weer te laten stromen, ook al wordt ze niet aangenomen.

De mens laat dan zijn liefde stromen, waardoor de ander de mogelijkheid krijgt deze liefde aan te nemen, als hij daartoe in staat is.