De Noorse zagen, die in Duitsland verdwenen zijn, doen denken aan de oorlogsverhalen van de moeder. Dat waren er niet veel en ze waren ook niet erg. Het zagenverhaal ging samen met de fiets.
De oorlog liep ten einde en Duitsland had staal nodig. Alle gevechtsmiddelen waren van metaal gemaakt en er ging door de weerstand van de ondergrondse en de geallieerden, veel kapot.
Biggles is na de oorlog door velen gelezen en het liep altijd "goed" af, dat betekent, dat de held van het verhaal behouden thuis keerde. Ten koste van vele tegenstanders, die net als hij vrede wilden en daarvoor de tegenstander beschoten.
De helft van de jongens van een klas in Duitsland had na de oorlog geen vader meer. Hoe was dat in Nederland? Hebben daar minder kinderen hun vader in de tweede wereldoorlog verloren?
Het geschiedenisonderwijs van de schrijver vermeldde niets over het lot van de Duitsers, die de Oostenrijker gevolgd hebben, die hen een auto en werk beloofde. Dat doet anno 2013 menig autobedrijf ook.
Voor een schijntje worden mensen ingehuurd om de nieuwe autos in het gebruik te testen. En dat vindt het ministerie van financieen niet goed. Zij vinden, dat deze "proef rijders" een normaal salaris moeten krijgen.
Want dan krijgt de staat meer belastinggeld. De schrijver verheugt zich op de tijd, waarin hij heel veel belasting moet betalen, want dat betekent, dat hij rijk is en tegelijkertijd zal hij er alles aan doen om te voorkomen, dat hij belasting moet betalen, zodat al het geld, dat hij verdient, besteed kan worden om autisten en patienten in coma in beweging te brengen.
Want de ervaring heeft geleerd, dat noch de staat, noch de verzekeraars, noch de medische wereld en wetenschappers daartoe bereid zijn. Het bestaan van de hpi-methode is nog niet op de televisie gepromoot door een filmpje, nog niet in de Volks- of andere krant geweest en ook de radio heeft geen interesse getoond, terwijl vele Nederlanders op de webpagina gestoten zijn, toen zij in februari 2012 gewezen werden op het feit, dat patienten in coma bestaan.
En toen ging de discussie van start, of patienten in coma zo behandeld moeten worden, zoals ze worden en de algemene tendens is, dat men vindt van niet. Maar het enige wat tot nog toe voor deze groep mensen bedacht is, is moord.
Men gaat ervan uit, dat het niet meer voorzien van voeding de dood tot gevolg zal hebben en dat is niet het geval, want deze patienten voeden zich met licht en liefde. Dat doen wel meer mensen, maar die hebben dat niet in de gaten.
Zij eten voedsel, maar gooien het er net zo snel weer uit als het erin ging, zonder dat zij het voedsel als brandstof gebruiken. Daarvoor bewegen zij namelijk te weinig. De mensen, die niet meer in beweging zijn, verbranden ook niets en moeten dus alles, wat zij tot zich nemen, op een andere manier onschadelijk maken.
Onschadelijk maken, want omdat zij niet verbranden, is het een schadelijke stof. Alles, wat niet op natuurlijke wijze functioneert, stoort de functie van het lichaam en dus ook het bewegen. De patient in coma heeft deze diagnose gekregen, omdat hij niet kan bewegen en de testen, die gebruikt worden om zijn bewustzijn vast te stellen, verlangen allemaal een beweging.
De logisch denkende mens begrijpt dit niet, want er was toch vastgesteld, dat deze mens niet KAN bewegen? Het bewustzijnsniveau heeft niets te maken met de mogelijkheid tot bewegen, wat een ieder, die wel eens met stomheid geslagen is, bevestigen kan.
De woorden liggen op de punt van de tong, het bewustzijn wil ze uitspreken, maar geen woord komt er over de lippen. Het is zelfs niet mogelijk om het er met horten en stoten uit te stotteren. De stotteraar is dus nog een enorme geluksvogel.
Hij kan tenminste nog, met enige vertraging en hortend en stotend, datgene zeggen, wat hij wil zeggen, maar er zijn heel veel mensen, die dat niet kunnen. Zij worden dan stom, zonder dat zij stom zijn. Zij kunnen alleen niet spreken.
Het kan zelfs zo zijn, dat de gedachten ophouden. Er komt geen gedachte meer, men kan alleen nog maar kijken en verder niets doen, ook niet, alsof er niets gebeurd is.
Door heel veel tijd te nemen en op te schrijven, wat er gebeurde, welke gedachten er opkwamen en opkomen, terwijl men aan het schrijven is en zich toe te staan om met een huilende stem of huilend te praten, verdwijnt de stomheid.
Langzaam maar zeker zal ook de huilende stem verdwijnen omdat de emoties, die het spreken onmogelijk maken, verwerkt zijn.