Rugklachten komen veel voor. Soms is er een aanwijsbare reden, bijvoorbeeld een hele middag verhuizen of spitten in de tuin, maar vaak is er sprake van een "acute rug", waarbij het meestal niet de eerste keer is, dat de rug opspeelt.
Rugklachten gaan vaak gepaard met andere klachten. Er kan sprake zijn van een verstoorde spijsvertering, zoals verstopping of diarree of hoofdpijn of ook TINITUS.
De rug is de achterkant van de buik en staat in nauwe verbinding daarmee, waardoor problemen in de buik pijn in de rug kunnen veroorzaken.
Door de rug flexibel te houden en de buik sterk, is de kans groot dat rugklachten daarmede voorkomen of verminderd worden. Daarbij kunnen de volgende oefeningen helpen.
De oefeningen, die hier te vinden zijn, komen uit verschillende "methoden" en zijn bedoeld als hulp bij het verbeteren van het eigen fysieke lichaam, wanneer men bereid is om daar tijd in te steken.
Er zijn oefeningen, die men doen kan terwijl met televisie kijkt, een wandeling maakt, in bed ligt of iets anders doet, waarbij men de handen vrij heeft. Wanneer men niets verandert, is de kans groot, dat er niets verandert of de situatie verslechtert, dus het loont de moeite om wat te veranderen, omdat dan de kans op verandering groot is.
Geduld is daarbij absoluut noodzakelijk, want het fysieke lichaam reageert meestal langzaam op de aangegeven veranderingen.
OEFENINGEN RUG
1. In zit: Wissel een holle rug langzaam af met een bolle rug. Probeer te voelen, of de wervels zich wel netjes in een rechte rij bewegen, dus of er geen "uitstulpingen" of bochten in de beweging zitten. Als die er wel in zitten, richt er dan extra je aandacht op en probeer de wervels in een rechte lijn te laten bewegen.
2. Op handen en knieën: Duw je rug omhoog terwijl je hoofd naar beneden gaat en laat je rug inzakken tot een holle rug, terwijl je hoofd omhoog gaat.
3. Leg de linker duim op de nagel van de linker wijsvinger en houdt de toppen van de rechter duim, middelvinger en pink samen.
4. Ruglig met knieën gebogen: Breng je handen naar je knieën, waarbij je je hoofd optilt. Voel, hoe je buikspieren werken. Als deze oefening te zwaar is:
Ga zitten met je handen om je gebogen knieën. Laat je knieën los en laat je langzaam naar achteren zakken tot je ligt, terwijl je je best doet om niet te vallen. Je buikspieren kun je bewust aanspannen om dit voor elkaar te krijgen.
5. Idem, maar dan met je handen naar links van je linker knie of naar rechts van je rechter knie. De schuine buikspieren moeten nu werken.
6. In zit: Ga afwisselen op de rechter bil en op de linker bil zitten, waarbij de andere bil volledig van de stoel los komt.
7. Leg je wijs-, middel- en/of ringvingers op je slapen en wacht af. Voel of er wellicht beweging ontstaat onder je vingers. MIsschien vind je het prettig om je hoofd op je handen te laten leunen, waardoor je je vingers lekker ontspannen op de slapen kunt leggen.