St. Carolus Haus |
||||||
|
h p i - THERAPIE |
  |   | |||
De mol |
  | |||||
Er ligt een mol op de trap. Een cadeautje van een kat, neem ik aan. De mol is dood. Is het een cadeautje? Of is het een teken van het universum? Ben ik dood? Ja, zo voel ik me wel. Ik voel me in een glazen kast, waarin ik niets kan doen. De orde ontstaat langzaam om me heen, maar ik voel me steeds doder. Ik wil werken, maar ik kan niet. Voor mij is werken met patienten in coma noodzakelijk om te leven. Zonder dit werk ga ik dood. Ik heb niet geleerd om te leven. Genieten van eten en drinken, doe ik niet. Slapen is niet leven en me bezig houden met het aanvragen van een sociale uitkering is iets, wat ik het liefste niet zou doen. "Geld speelt geen rol" was een gevleugelde uitdrukking bij ons thuis. De rol, die geld in mijn leven nu speelt, is, dat ik het niet heb. En dat maakt, dat ik niet dat kan doen, wat ik graag zou doen. Als ik een oneindige hoeveelheid geld zou hebben, zou ik een hotel-restaurant kopen, een gedeelte ombouwen tot appartementen, die geschikt zijn om patienten in coma te laten wonen, ik zou een thuiszorg organisatie oprichten, waar plegen werken, die hpi-geschoold zijn en ik zou therapeuten hpi-therapie onderwijzen, zodat ook zij de patienten in coma genezing ondersteunend zouden kunnen behandelen. Binnen 3 jaar zou dan het bewijs geleverd zijn, dat hpi-therapie het beoogde therapeutische effekt heeft voor patienten in coma en mijn levensopdracht zou ik dan in volle teugen kunnen genieten. En nu zit ik hier, massas van tijd en ik heb het zoo zat om alleen maar te schrijven, wat ik allemaal voor narigheid meemaak. Ik ben bijvoorbeeld mijn beurs kwijtgeraakt in Freiburg im Breisgau. Ik was bij de post geweest, die een paar automatische overwijzingen verkeerd had doorgevoerd en moest me daarvoor legitimeren. Daarvoor had ik mijn beurs nodig en die heb ik niet weer in mijn zak gestopt. En toen ik halverwege het politiebureau was, ontdekte ik, dat mijn beurs weg was. Ik ben dus doorgelopen naar de politie om dat aan te geven. De man bij de receptie zei me, dat ik 5 minuten moest wachten. Een formulier om gevonden voorwerpen aan te geven, lag, met een paar gevonden voorwerpen, op de balie achter het glas, waar ik voor stond. De 5 minuten duurden lang en na ca. 20 minuten heb ik eens nagevraagd. Ja, nee, hij kon er niks aan doen, ik moest nog ca. 5 minuten wachten. Ik kon anders wel even een ommetje gaan maken. Dat deed ik al. Ik liep ommetjes in de hal, waar ik aan het wachten was. Lopen is voor mij bewegen en bewegen is rust gevend. Ik heb dus nog meer ommetjes in de hal gelopen en na nog eens ca. 20 minuten kwam een agent. Hij had mooie bruine ogen en was niet veel groter dan ik. Hij nam me mee naar buiten, omdat anders de man in de receptie ons gesprek zou horen en dat zou hem storen. Buiten vertelde de agent me, dat ik daar niet een verloren beurs kon aangeven. Alleen een gestolen beurs kon ik daar aangeven. Want een gestolen beurs is een strafbare daad. En ik wist niet, of mijn beurs gestolen was of verloren. En iemand beschuldigen van stelen, terwijl ik hem alleen maar verloren heb, wil ik niet. Dus zolang ik er niet zeker van ben, dat hij gestolen is, kan ik hem niet als gestolen aangeven. Hoe kan iemand weten, of de beurs gestolen is? Als hij de diefstal bewust heeft meegemaakt, dan had hij toch de dief kunnen grijpen? De redenering, dat een verloren beurs niet aangegeven kon worden, kon ik niet volgen. De agent vertelde mij, dat een verloren beurs niet op het bureau aangegeven kon worden, maar op het bureau in de stad aangegeven moet worden, dat het Fundbüro heet. Dit bureau heeft niet de uitgebreide openingstijden, die het politiebureau heeft en een verloren beurs is een waardevol ding. Vooral als er, zoals bij mij en bij de meeste andere mensen, geldkaarten in zitten. Waarover ik mij echter het meest opwond, was, dat de agent, die bij de receptie zat, bij niet meteen heeft duidelijk gemaakt, dat ik hier geen aangifte kon doen en meteen naar het Fundbüro gestuurd heeft. De logika om wel gevonden voorwerpen aan te nemen, maar niet verloren gegane voorwerpen te willen registreren, ontgaat mij ook. Dat is zoals patienten in coma behandeld worden. Patienten in coma kunnen zich niet meer bewegen en deze onbeweeglijkheid is een gevolg van een trauma, waarbij de patient zo geschrokken is, dat hij verstijfd is. Deze verstijving is, ondanks het opheffen van de oorzaak van het trauma, gebleven, omdat de oorzaak levensbedreigend was.De levensbedreiging is opgeheven en de oorzaak van de onbeweeglijkheid wordt vervolgens in stand gehouden door de onbeweeglijkheid van de behandeling van de patient. De behandeling van de patient is meestal gericht op de fysieke toestand van zijn systeem, zonder zich bewust te zijn, dat de emotionale en mentale toestand van de patient een bepalende invloed hebben op de toestand van de patient.De patient is in de comatoestand gekomen door de onbeweeglijkheid in zijn leven. Hij heeft een probleem, waarvoor hij geen andere oplossing ziet. Ik heb iemand ontmoet, die me vertelde, dat een van de ouders de zus niet liefdevol behandelde en dit was voor deze persoon zo erg, dat hij bedacht had met de fiets een ongeluk te krijgen en dan in coma te gaan.Toen ik ca 3 jaar later een waarneming kreeg, waarbij ik comapatienten moest behandelen, kreeg ik bovenstaand verhaal te horen over een van de patienten. Ik heb, mede dankzij deze patient, hpi-therapie ontwikkeld en met deze therapie kan ook deze patient in beweging komen.Maar, de onbeweeglijkheid in de familie is te groot. De zus en de vader willen beweging, de moeder bepaalt de onbeweeglijkheid en heeft mij weggestuurd. Voor haar is het suspekt, wanneer met energie gewerkt wordt. Dat kan zij niet zien en daarom vertrouwt zij het niet.Zoals de medische wereld ook beweert, dat energiearbeid onzin is, omdat ze intuitie niet kunnen meten, moet de patient zichzelf in leven houden door zijn fysieke lichaam in overlevingsmodus te schakelen. De energiearbeid, die hij nodig heeft, wordt namelijk niet gedaan, omdat men denkt, dat dat onzin is. De patient is door het trauma in vluchtmodus gegaan, zodat hij, wanneer het gevaar geweken zou zijn, vluchten zou kunnen. De vluchtmodus is de spanningtoestand, die erop gericht is om zo snel mogelijk zo ver mogelijk weg te kunnen vluchten. Deze spanningstoestand houdt in, dat de beweging van de aarde af is. Deze spanningstoestand bestaat nog steeds en wordt door de patient in stand gehouden omdat hij denkt, dat dat nog nodig is om te kunnen overleven. De patient denkt dit, omdat hij zich niet kan bewegen. Hij kan zich niet bewegen, omdat hij niet met de aarde verbonden is door de vluchtmodus, die een deel is van de overlevingsmodus. Omdat de patient hierdoor niet verbonden is met de aarde, kan hij zich niet bewegen, want bewegen kunnen we alleen in verhouding tot de aarde. De aarde is het afzetvlak en zonder afzetvlak kan de mens zich niet bewegen. Wanneer in deze toestand bewegingen aangeboden worden, zonder het afzetvlak aarde daarbij te betrekken, hebben deze bewegingen geen invloed op het aktieve bewegen van de patient. Aktieve bewegingen hebben een afzetvlak nodig en dit afzetvlak is de aarde. Alles is ten op zichte van de aarde. Zelfs het vliegtuig beweegt dankzij de aarde. Zonder aantrekkingskracht van de aarde zou het vliegtuig niet kunnen bewegen. De aantrekkingskracht van de aarde wordt door het vliegtuig gebruikt voor het afzetten en vervolgens om de richting te kunnen houden. Zonder aantrekkingskracht van de aarde zou het vliegtuig onbestuurbaar zijn en in deze toestand is de patient in coma. Hij is de piloot van het vliegtuig, maar hij zit achterin en heeft geen contact met het besturingsapparaat. Het besturingsapparaat is volledig intakt, zo ook het vliegtuig en alle andere delen, die nodig zijn om het vliegtuig te besturen. Maar de piloot is door het trauma van de bestuurdersstoel achterin het vliegtuig gekatapulteerd, hij ziet en voelt en hoort alles heel helder en duidelijk, duidelijker dan voordien, maar hij kan niet sturen. Als iemand naast het gaat zitten met verlengstukken naar het stuurwiel toe, dan kan de piloot sturen. Degene, die naast hem gaat zitten, moet niet piloot zijn. Dat is de patient zelf. Degene, die naast hem gaat zitten, moet echter weten, hoe hij de verlengstukken naar het stuurwiel kan maken. En, omdat de verschillende piloten op verschillende plekken gekatapulteerd zijn, moet degene, die naast hem gaat zitten, vele verschillende verlengstukken kunnen maken. Hij moet niet alleen deze vele verschillende verlengstukken kunnen maken, hij moet ook weten, hoe hij de piloot kan helpen, om langzaam maar zeker weer voorin het vliegtuig op de pilootstoel terecht te komen. Deze beide hulpmethoden zijn nodig voor de patient in coma om weer te kunnen bewegen. De medische wereld lijkt dit systeem nog niet ontdekt te hebben. De informatie, die ik krijg van de medische wereld is, dat patienten in coma niet te helpen zijn. Deze informatie is onjuist. De patienten in coma zijn wel degelijk te helpen. Maar dan moet je wel bereid zijn ze te helpen. En deze bereidschap ben ik nog niet tegengekomen. Ik heb collegas een gratis beginnerscursus aangeboden, waarvoor niemand interesse getoond heeft. Ik heb instituten, die patienten in coma verzorgen, op hpi-therapie gewezen door ze op mijn webpagina opmerkzaam te maken en ook van deze instituten heb ik geen reaktie ontvangen. Naar aanleiding van de berichtgeving over de toestand van Prins Johann Friso heb ik de RVD en de ambassades van Nederland in Wenen en Brussel, Bern en Londen een e-mail gestuurd over hpi-therapie en ik was zelfs in Innsbruck op het consulaat. Geen antwoord. In Innsbruck werd ik zodanig ontvangen, dat ik het gevoel had, dat met man en macht tegengegaan wordt, dat informatie over behandeling van comapatienten, bij de Koningin en Mabel terecht komt. Het noorse consulaat was mij behulpzaam bij het contacteren van de nederlandse ambassade in Wenen. Daardoor kreeg ik als antwoord, dat mijn mail bij de persafdeling lag. Deze persafdeling is, als ik het goed heb, opgeheven, dus de informatie, die ik naar aanleiding van de comatoestand, waarin Prins Johann Friso verkeerd, gestuurd heb, is in het nirvana? Aangezien elke dag, die het langer duurt, totdat met hpi-therapie wordt begonnen 4 dagen langer therapie kost, wordt ik alleen maar heeeel bedroefd over deze gang van zaken. www.hpi-heiltherapie.de is de pagina, waar veel informatie over de behandeling van comapatienten verkregen kan worden. Tot nog toe is de reaktie op deze informatie nihil. Mijn probleem is, dat ik net zoals comapatienten in een flessehals hang. Ik weet, wat ik kan en wat ik niet kan. Ik kan niet alle patienten in coma behandelen. Ik kan ze niet allemaal verzorgen. Ik ben daartoe niet opgeleid en ik heb daarvoor geen tijd. De behandeling van een patient in coma duurt meestal 3 jaar. In deze 3 jaar moet de patient 24 uur genezing bevorderend verzorgd worden en hij moet 3x per week 2 uur genezing ondersteunend behandeld worden. De huidige verzorging en behandelingen doen hun best, maar zijn niet genezing ondersteunend. Dat hebben ze ondertussen bewezen. Anders zou het niet zo zijn, dat de diagnose "coma" gelijk zou zijn met "niet te behandelen, wordt niet meer beter". Het wonderlijke vind ik, dat de medische wereld met wie ik contact gezocht heb, niet geinteresseerd is in hpi-therapie. Ik heb, naar aanleiding van een krantenartikel, dat een zus van mij mij stuurde, contact opgenomen met de Coma Science Group in Luik en daarop kreeg ik als reaktie: "interessant". Dat was alles. En ik ben dan stom. Ik doe dan niets meer. Zo een reaktie nodigt mij niet uit tot verder contact. Geen reaktie ook niet, behalve als ik weet, om wie het gaat. En zelfs, als hpi-therapie voor Prins Johann Friso niet het gewenste effekt zou hebben, kan het nederlandse rijk ervoor zorgen, dat deze therapie bekend wordt voor alle andere patienten in coma, die wel door behandeling met deze therapie op de been komen. Nu worden ze niet behandeld met hpi-therapie en daarom blijven ze in coma, totdat ze door een medische fout sterven. De overlevingsmodus, waarin de patient in coma is, is dusdanig, dat de patient overleeft. Hij kan zeer veel verdragen, decubitus is bij een patient in coma slechts dan aanwezig, wanneer hij werkelijk niet verzorgd wordt. Ik heb patienten gezien, die lelijke rode vlekken hadden door slechte lagering, welke tot mijn verwondering niet tot decubitus gevoerd hebben. De enige reden daarvan is de overlevingsmodus, die de huid als eerste bescherming extra strapazierfähig maakt, waardoor deze veel meer verdraagt dan de huid van de bewegende mens. Patienten in coma blijven in coma omdat ze leven willen. Dit leven wordt hun mogelijk gemaakt door een vakkundige behandeling, die uitgaat van de kennis over coma, die er is en die o.a. op mijn webpagina te lezen is. Deze kennis is niet alleen als hpi-therapie bekend, maar als hpi-therapie onder een hoed gebracht en bereid om onderwezen te worden. Door hpi-therapie consequent toe te passen is in 3 jaar het bewijs geleverd, dat deze therapie het niet alleen patienten in coma weer mogelijk maakt zich te bewegen, maar ook andere patienten, vooral met neurologische symptomen. Neurogogische symptomen ontstaan wanneer de mens emontionale en mentale storingen krijgt, door ervaringen, die hij niet verwerken kan. Deze ervaringen worden dan vastgezet in het fysieke lichaam, dat slechts een beperkte opslagcapaciteit heeft. Wanneer de opslagcapaciteit volledig benut is, komen de problemen, omdat de symptomen zichtbaar worden. Door mobilisatie van de schedel, de omhulling van de hersenen, het centrale orgaan, dat vooral verantwoordelijk is voor neurologische symptomen, krijgen de hersenen weer bewegingsmogelijkheid en daardoor veranderen zich de bewegingen van het neurologische systeem. Door veranderingen in de bewegingen van het neurologische systeem zullen de gedachten zich veranderen en daardoor veranderen zich de akties, die een mens onderneemt. Veranderde gedachten en veranderde akties hebben veranderde ervaringen tot gevolg, waardoor de leefcirkel veranderd wordt. De positieve ervaringen hebben positieve gedachten tot gevolg en daardoor wordt een positief gedrag gestimuleerd. Mijn gedrag wordt nog niet positief gestimuleerd. Tot nog toe heb ik geprobeerd dmv het moderne communicatiemiddel internet hpi-therapie wereldwijd bekend te maken. Hpi-therapie wordt voor mij steeds minder geloofwaardig, omdat ik geen toegang heb tot patienten in coma. Mijn ervaringen hebben mij de overtuiging gegeven, dat de mensen, die verantwoordelijk zijn voor het welzijn van de patienten in coma zelf in coma zijn. Zij zijn in een emotionaal of mentaal coma. De patient in coma is in een fysiek coma. Hij kan zich alleen maar niet bewegen. Dit zich niet bewegen kunnen heeft echter als neveneffekt, niet spreken kunnen, omdat spreken spieraktiviteit verlangt. En deze spieraktiviteit kan de patient niet leveren. De mensen, die in emotionaal of mentaal coma zijn, kunnen wel spreken en doen dat ook. Behalve, als ze volledig van slag zijn. Dan zijn ook zij stom. In het nederlands heet het dan ook: "met stomheid geslagen". Voor mij was dat een basis houding. Ik keek altijd de kat uit de boom en alleen wanneer ik absoluut mijn mond niet meer kon houden, zei ik wat. En dat is nog steeds zo. Alleen zeg ik nu niets meer, want ik word niet gehoord omdat ik geen patient in coma ben, die eruit gekomen is, maar ik schrijf alles op, zodat het tegen me gebruikt kan worden. Ik verheug me op weerwoord, maar dat krijg ik niet. Het enige weerwoord, dat ik krijg, is dat patienten in coma niet behandelbaar zijn, dat er regels zijn, die gevolgd moeten worden en dat men denkt, dat eerst bewezen moet worden, dat hpi-therapie dat doet, wat ik beweer, dat het doet. Ik beweer dat het helpt, omdat ik een patient had, die na 9 maanden hpi-therapie zonder hulp zijn mond kon sluiten en daardoor mijn vragen kon beantwoorden. Ik weet ook, dat ik hem vervolgens niet meer behandelen mocht en hij dus niet meer zijn mond zonder hulp kon sluiten en dus niet meer vragen kan beantwoorden. En dat is de kracht van de tegenbeweging, die niet wil, dat de patient in coma zich kan bewegen, omdat hij dan kan vertellen, wat er allemaal met hem gebeurd is? Ik ben nog steeds een Nederlander. En zag in het consulaat in Innsbruck op de deur staan: "Je maintiendrai". Het liefst zou ik al mijn spullen in een container stoppen, er is nog plaats in de container, waarin het overgrote deel van mijn inventaris staat, maar daar kom ik niet bij. Ik heb deze container al een jaar niet betaald. Zoals ik ook de hnc-cursus, die de laatste stoot was om mij de behandelingsmethode hpi-therapie, die voor patienten in coma noodzakelijk is, te laten ontwikkelen, nog niet heb kunnen betalen. En de accountant wacht ook nog op zijn geld, evenals de man, die mij geholpen heeft met mijn webpagina. Geholpen van de wal in de sloot. Hij heeft namelijk alle interne links buiten werking gesteld. En daardoor is mijn webpagina niet zoals hij zou moeten zijn. Een afbeeld van de mensen, met wie ik wil werken. Bij hen zijn ook interne verbindingen buiten werking gesteld door het trauma. Deze interne verbindingen moeten ook weer geaktiveerd worden, opdat de patient ex-patient kan worden. Het is mogelijk, maar het moet gedaan worden. Zoals de informatie nu beschikbaar is in het internet, vrij toegankelijk voor iedereen. Men hoeft geen duur boek te kopen, want dat boek is er nog niet. Om een boek te kunnen uitgeven, heb je geld nodig. Getallen op de bank of munten in je hand. Geen munten, waar je naam op staat, maar munten, waar de Koningin op staat. Ik heb er een paar van, maar de meeste heb ik niet. Die paar, die ik heb, gebruik ik voor melk en gries. Griesmeelpap eet ik graag als ontbijt, met een geklopt ei erdoor. Tante Bertha, 103 geworden geloof ik, ik ben de tel kwijt geraakt, omdat ik in Duitsland zat, maakte vaak griesmeelpap als dessert. Haar begrafenis heb ik ook gemist. Ze woonde in Den Haag, bij de Koningin om de hoek zo ongeveer, de laatste jaren. De begrafenis heb ik gemist, omdat ik die ene waarneming had, waardoor ik hpi-therapie ontwikkeld heb. Ik was vaak bij tante Bertha, toen ik nog in Rijseijk woonde en zij in Wassenaar en fietste dan langs Huis ten Bosch en soms was de Koningin thuis. Ik heb het niet gedurfd om langs te gaan, aan te bellen en te vragen, of Prins Claus thuis was. ik had hem graag een behandeling gegeven. Geen idee, of het geholpen had. Ik wist toen nog niet, wat ik nu weet en voor hem is het nu te laat. Dus ik stuur nu maar een brief aangetekend en hoop, dat ik een persoonlijk antwoord terug krijg. Een antwoord van een secretaris of secretaresse is voor mij geen bewijs, dat mijn brief, en vooral dat waarom het gaat, aangekomen is bij degene, aan wie ik de brief stuur. Als ik niet binnen 7 dagen antwoord krijg, zal ik ook deze brief op mijn webpagina publiceren. Dit is niet bedoeld als dreiging, maar gewoon om het de Koningin en Prinses Mabel mogelijk te maken ook deze brief te lezen, als hij hen niet per post bereikt.   |
hpi-therapie cursussen hpi-therapie en de EU hpi-therapie voor iedereen . . . |
  | ||||
home NETWORK | impressum & contact | |||||
Deze korte verhaaltjes vertellen van het dagelijks leven tot het mededelen van de waarheid |